Laatste artikelen

Nu we Sydney hebben verlaten na vier dagen stad, drukte, indrukwekkende tot tranen toe ontroerende lichtshows en veel plezier, zijn we aangekomen in the Blue Mountains. De rust in onze driehoeksconstructie is wedergekeerd. Iedereen heeft vooraf negen briefjes ingevuld, zonder de inhoud aan elkaar te vertellen, met activiteiten die degene wilde ondernemen. In een ' vierkante tafel overleg' hebben we de overeenkomstige papiertjes op elkaar gelegd. Wat waren er veel overeenkomsten!
We hebben praktisch alle wensen in vervulling laten komen en hadden vrede met het wegvallen van een aantal solowensen. Ik ontdekte tevens dat het beter is Owen de kans te gunnen man te zijn en niet langer een zoon die ik in de gaten moet houden. Laat hem maar gaan (tot op zekere hoogte natuurlijk, want hij heeft neiging tot grenzeloze overschrijdingen van wat niet zo goed voor hem is, ik ook trouwens).
Ik heb besloten dat het voor onze vakantiecombinatie beter is om traditionele rollen aan te nemen. Ik zit achter in de bus en daar hoort koken ook bij, Arnout rijdt en Owen helpt met navigeren. Ik hou gelukkig van koken en doe dit graag, juist onder deze relatief primitieve omstandigheden. De pannen zijn te klein en waren geen snijplanken en geen scherpe messen. Bij Woolworths hebben we de gemiste accessoires aangeschaft. Een nieuwe grote pan ontbreekt nog aan mijn geluk, maar daar leg ik me voorlopig bij neer. Er moeten wel uitdagingen blijven.
Owens eigen hok boven de 'drivers seat' ziet er net zo uit als zijn kamer. Wij hebben speciaal omdat HIJ behoefte heeft aan structuur (ADD) alle verschillen kledingstukken in verschillende tasjes met label gedaan. We houden ons netjes aan de structuur, ook al word ik er gek van. We willen daarmee tot voorbeeld geven hoe zaken terug te vinden zijn. Nu is het alleen nog zoeken welke zak waar ligt......pfffff, dat is ook veel werk. Owen daarentegen heeft een mooi afgebakend gebied en weet feilloos zijn benodigde spullen te vinden in de ' Clothes mountains'. Ach, het gaat bij ons om het principe ' Goed voorbeeld doet goed volgen' , hahaha.
We zijn nu in een cafe in Katoomba. Ik zit in een Chesterfield stoel en schrijf. De mannen zijn aan het poolen. Ook daar is er weer een pikorde. Zij gaan voor de onderlinge competitie en ik ben een lief meisje dat in haar dagboek schrijft (dream on POQ). Ik ben blij dat ik even echt zit. De pints zijn hier drie dollar goedkoper dan in Sydney en de pooltafel is gratis. Straks maak ik Chili con Carne en ben ik weer huisvrouw in mijn bijna perfecte keuken.
Vanmiddag zochten we, zoals we steeds doen, de Aldi. We kwamen bij het distributiecentrum terecht in een industrieterrein. Er was geen winkel te bekennen. Maar in mijn ooghoek ontdekte ik het bordjes 'clothing for sale' , het bleek fabrieksverkoop te zijn! Helemaal gelukkig zijn we gedrieën binnengestapt en hebben t-shirts, vesten, babykleding (voor de tweeling) en dergelijke aangeschaft. Ik krijg van koopjes altijd zo een geluksgevoel, daar kan ik lang op teren. Mijn lieve Annie zal wel zeggen dat het echt mijn ding is, ik geloof het ook. Ik heb een koopjes-gen. 
Ik heb veel gelopen de afgelopen dagen, mijn rug brandt. De pijn is te dragen en word regelmatig vergeten door de schoonheid van dit land. Het gebied waar we nu zitten slaat echt alles. Wat is de wereld toch mooi, niet in woorden te bevatten! Door wat de natuur biedt maar ook door wat mensen geven. De vriendelijkheid, de hulpvaardigheid en de oprechte interesses. Ik gun een ieder deze ervaring.


Twee dagen geleden (het lijkt een week) James ontmoet. Hij is een zeer aimabele man en een vat vol energie. Hij is gul, gastvrij, initiatierijk en heeft een geweldig gevoel voor humor. Hij heeft een eigen bedrijf in ophangsystemen voor kunst en wat nog meer. Hij is er druk mee, maar beseft goed dat in het leven draait om kwaliteit van leven en dat werk daar onderdanig aan moet zijn. Misschien makkelijk praten, het streven ernaar is mooi.
Het regende gisteren de hele dag, echt met bakken. James wilde ons de stad laten zien en hij heeft ook daadwerkelijk twee uur met ons rondgereden, maar de ramen waren zo beslagen dat we eigenlijk achterin niets zagen. We moesten dus raden naar hetgeen we mogelijkerwijs gezien zouden hebben als de regen niet de meest belemmerende factor was geweest. We moesten het hebben van de voortdurende verbale beschrijvingen van onze tourleider en de bofkont die voorin mocht zitten.
De levensgenieter heeft twee superleuke kids, beide 7 jaar, meisje en jongen met een heel mooi verhaal achter hun komst op deze wereld. Zijn vrouw heeft als bijnaam 'Pearl' en dat is ze ook. We schelen slechts een dag in dit leven en het was zeer bijzonder om hun vriendenkring te leren kennen. Precies zoals ik me had voorgesteld was er een groep mensen bij elkaar die alternatief en wereldvriendelijk hun leven leven. Mensen-mensen die geven om het klimaat, gezond willen eten en gelukkig ook weten wat feesten is. Ik voelde een superklik en bedacht me dat ik misschien wel besloten zou hebben hier te gaan wonen ware het niet dat het echt een fata morgana-gedachte is. 
James heeft ons meegenomen naar de Duitse Concordia club. Hij denkt dat het een sekte is van oude Duitsers die allerlei duistere activiteiten organiseert met als dekmantel een clubhuis voor het beoefenen van croquet maar in werkelijk fettish party's heeft met enorme hoeveelheden bier. Wij hebben ons gelaafd in de atmosfeer van dit bijzondere verenigingsleven en een paar bierpullen verorbert.
Ik sprak al snel (lees onmiddellijk) de oudere clubleden (er waren geen jongeren) aan op het feit dat mijn vader in Berlijn geboren is en ik dus half Duits ben. Nu we eindelijk vrij zijn van de 'standaardhaat' tegen Duitsers ben ik open over mijn trots een afstammeling van dit dwingende volkje te zijn. Zo kwam ik in gesprek met Anita. Geen Duitse, maar Belgische, geboren in 1940. Tweeënvijftig jaar geleden is ze naar Australië gekomen. Binnen drie maanden had ze zich opgewerkt tot manager ondanks haar gebrekkige Engels. Haar baas 'Stan Dick' (!) geloofde in haar, het was haar doortastende karakter dat de doorslag heeft gegeven. Ze vertelde over haar jeugd in België, over de dood van haar moeder toen ze vier was. Dat zij en haar zussen en broer hun vader moesten helpen bij het afwegen van stukken kaas en dus al heel vroeg verantwoordelijk waren voor het reilen en zeilen van zowel het huishouden als het eigen bedrijf van hun vader. Anita is zeer assertief en neemt geen blad voor haar mond. Ze maakte me aan het lachen door haar heftige gedrag. Ze zei zich daar bewust van te zijn. 'Ik maak sommige mensen aan het schrikken' zei ze. Ik vroeg of ze daarmee zat, ze gaf meerdere malen aan dat die mensen dan maar 'piss off quick' (POQ) in acht moeten nemen.
Ze was erg stoer en echt overtuigend. Achter haar gedrag zat een verhaal, maar ook een les. Ze heeft me geleerd om me minder zorgen te maken over wat anderen denken. Het zal me nooit koud laten, maar ik neem Anita's advies ter harte. POQ voor zij die oordelen zonder beter te weten, dank Anita, wat een survivor!


1 juni Sydney

Ik ben er nog bewuster van geworden dat heel veel misverstanden ontstaan omdat we steeds uitgaan van aannames. Ik merk dat Owen bij veel zaken vooraf zegt: ' dit ga je niet leuk vinden' of 'hier houden jullie niet van'. Vandaag heeft hij voorin de camper gezeten en muziek van zijn Ipod laten horen. Ik vind het geweldige muziek en heb dergelijke muziek ook op mijn MP3-speler staan. Hij weet dat niet en heeft zich dit ook nooit afgevraagd. Ik denk dat het goed is dat we eens kennis gaan maken met elkaars gedachtengoed.
Ik wil voordat we de komende dagen in Sydney door gaan brengen kortsluiten wat een ieder wil. We schrijven het op briefjes en kijken welke dingen overeenkomen. Misschien willen Owen en Arnout wel iets wat ik niet wil of welke combinatie dan ook. Ik hoop daarmee de wapenstilstand die langzaam weer overgaat in vrede wat steviger op de kaart zetten. Dan hoeven we niet meer te overwegen of Owen met een vliegtuig naar Nederland gaat (doen we niet, maar het is soms een geruststellende gedachte dat het zou kunnen).
Ik heb een hoop bruikbare en bemoedigende reacties gehad op mijn wanhopige gevoel van gisteren. Ik ben soms te moe om nog energie op te brengen voor sociaal wenselijk handelen. Ik ben sinds een week vol aan de hormoontherapie. Deze bestaat uit het dagelijks slikken van een klein door mij zeer gehaat pilletje. Jaren geleden zijn door het slikken van hormoonpillen voorgoed mijn elektrische draden naar gevoelens van lust doorgesneden. Op zoek naar herstel van deze schade kreeg ik van een therapeut te horen dat ik chemisch gecastreerd was. Het is toen de reden geweest om vroegtijdig met deze rotzooi te stoppen. Ben ik nog wel mezelf of word ik langzaam overgenomen door een farmaceutische guerrillaoorlog? Ik heb nu (vind ik zelf en Arnout ook) geen keuze meer. Het is dit of meer kanker. God, wat voel ik me overlevert en bestolen. Ik heb geen zin in zelfmedelijden en wil niet klagen, maar ik word er verdrietig van. Het is nu geen kans berekenen meer, gewoon slikken.
Terwijl ik dit schrijf zit ik achter in de camper. De snelweg M1 is van betonnen platen. De herrie in deze semi-sleurhut is enorm. Alles trilt, de ramen klepperen, de kastjes klapperen en de gordijnen wapperen. We hebben al heel wat geluid weten te dempen. We hebben de buitenkant van de ramen met Ducktape vastgeplakt zodat ze gefixeerd zijn. Onze zelf meegenomen poetsdoekjes hebben we in repen geknipt en daarmee het geluid van de rammelende tafel gedempt. Tevens hebben repen van hetzelfde materiaal het kraakgekluid van ons bed weggenomen. Arnout's slipper zit tussen de hordeur om overlast van het tikken te minimaliseren. De doos met tissues heb ik met tape op het aanrecht geplakt opdat deze er niet vanaf schuift. Achterin boven ons bed heeft Arnout waslijnen gespannen zodat we permanent de was kunnen drogen.
Een hor bij het raam boven de chauffeurscabine moeten we herstellen. Dat raam hebben we eerder deze week moeten forceren omdat we door een onverwacht dichtvallende deur waren buitengesloten. De sleutels lagen in de rammelkast en het was al donker in het natuurreservaat. Er bleef niets anders over dan Owen door het kleine raampje te duwen opdat we niet in het bos hoefden te overnachten. Bij een campingwinkel in Iluka (waar alle mannen uit het dorp samenkomen in de plaatselijke pub om dronken te worden) hebben we gaas gekocht. Daar ligt dus nog een schone taak.
Verder gaan we James ontmoeten, een vriend van mijn lieve C.T. uit A. en haar lover. Hij woont in Sydney een is bereid om ons de stad te laten zien. Ik verheug me erop.


31 mei 2013 Port Macqaurie (NSW)

Wie zegt dat op vakantie gaan met iemand die net volwassen is geworden, makkelijk is, lach ik hard uit. Het is een battle. Het zullen hoogstwaarschijnlijk verschillende verwachtingen zijn waarmee we aan deze trip begonnen.
Sleutelwoorden voor ons (Arnout en mij) zijn: samenzijn, samen plannen, first things first, een zekere mate van orde, natuur, onthaasten (zeer populair taalgebruik, maar duidelijk), pragmatisch plannen en eerlijk is eerlijk de Ipad.
Sleutelwoorden voor zoonlief: solo zijn, online zijn met de telefoon, elektriciteit, drank om dronken te kunnen worden (dat is nog niet gelukt vanwege de exorbitant hoge prijzen), stad, kroeg, muziek en de Ipad om zijn vriendin te kunnen bereiken via Skype. Wie bovenstaande lijst een tiental jaren geleden had gezien, had diegene van zeer dubieus taalgebruik beticht.
Nu ik de lijsten bekijk zijn er weinig raakvlakken. Wij begrijpen de puberbrein te weinig ondanks alle kennis en de puberbrein op zijn of haar  beurt begrijpt ons te weinig. Zet al deze factoren op acht vierkante meter en je hebt de vlam in de pan, zo ook wij. Ik zou er bijna om kunnen lachen ware het niet het feit dat we al deze tegenwerkende krachten wilden trotseren om tot een mooi memorabele vakantie te komen waar we nog jaren (tenminste ik dan wat minder) op terug zouden kijken.
Onze telg heeft vanavond besloten zijn biezen tijdelijk te pakken om te voet naar het centrum van de stad te lopen. Veel geld heeft hij volgens mij niet bij zich, dus dronken worden zit er niet in. Zolang het pas acht uur is, maak ik me geen zorgen en laat ik het maar even gebeuren. Arnout en ik bespreken deze onprettige momenten en proberen er op een pedagogisch verantwoorde wijze op te reageren zodra hij zal terugkeren. Maar ook wij zijn maar mensen en hebben de buik wel eens vol van het wispelturige karakter. Van Mac Donalds, KFC, chips en een pint gaat hij lachen, van het doen van huiselijke klussen (in opdracht) zeker niet.
Ja, ik weet het wel, het gaat wel over. Wacht gewoon maar een paar jaar. Maar dat is het lullige, die heb ik misschien niet. Tenminste niet meer dan een vijf in ieder geval. Daar zal de door egocentrisme gestuurde jonge man toch helaas ook oog voor moeten hebben. Dat kost van ons inspanning, maar zeker ook van hem. Mocht iemand nog een gebruiksaanwijzing hebben om een dergelijk figuur op de rails te krijgen binnen 48 uur, dan hoor ik het graag. Misschien puberteit voor Dummies. Want hoe schoon de natuur ook is, hoe adembenemend mooi het landschap en pittoresk sommige dorpen, angst voor de buien van je eigen vlees en bloed maakt dat de zon net iets minder schijnt op sommige momenten.

Nadat ik dit stuk blog heb voorgelezen aan Arnout, spreek hij de zorg uit of jullie nu denken dat we een slechte vakantie hebben. Die indruk willen we niet wekken, maar dit is dan ook geen reisverslag. Daarvoor mogen jullie de Lonely Planet raadplegen.

 


26 mei 2013 China Airport

In mijn oren klinkt het geluid van James Blunt. Het nummer 'Goodbye my lover' is te horen. Ik heb de cd jaren geleden stukgedraaid. Toen gebruikte ik de tekst die door het James gezongen werd (net alsof hij een te strakke broek aanhad) om over mijn verloren liefdes heen te komen. Elke keer was de tekst weer bruikbaar als een aanstaande-ex het veld ruimde. Meestal een echte ex op moment van het luisteren naar het nummer.
Nu zit ik in het vliegtuig en reis het verlangen tegemoet. Ik denk aan alle leuke herinneringen en alle avonturen met Dale. Jeetje, wat was (en ben) ik een ongeleid projectiel. We hebben voor de domtoren in Keulen op de grond gelegen om omgekeerde hoogtevrees te ervaren. We hebben in Maastricht elkaar over de straat gedragen omdat we bedacht hadden dat een van ons twee niet op de tegels mocht lopen. Kortom genoeg gekkigheid om jarenlang op te teren. Nu ga ik weer opnieuw geschiedenis schrijven.
Samen met mijn man en zoon gaan we nieuwe avonturen beleven om ons levensboek voller te maken.
We hebben de stress van het inchecken achter de rug. We hebben afscheid genomen van mijn 'control freak' vader, mijn in stilte geëmotioneerde moeder, mijn lieve vriendin C.T. uit A. (wat onwijs gaaf dat ze er was!!) en natuurlijk van K.S. uit R. (alias Strek) en de tweeling. Van haar hebben we een 'denk-aan-mij' souvenir gekregen met foto's van Jelle en Femmy, de ene met een Nederlandse vlag, de ander met een Australische ballon. Nu kunnen we er iedere dag even naar kijken.
Arnout is maagd op het gebied van vliegen en reizen. Voor hem is alles na de douane een nieuwe ervaring. Ik laat hem maar. Het is toch ook een hele ervaring. De Chinese stewardessen aan boord spreken zeer gebrekkig Engels. Net als zij gaan ook wij beleefd knikken als we het niet begrijpen en weten we bij god niet waar we 'ja' tegen gezegd hebben. Het ruikt in ieder geval lekker en de smaak is ook niet verkeerd. In de lucht stel ik andere eisen.
Owen is gretig omdat het bier gratis is. Ik maan hem tot kalmte omdat ik het toch wel enigszins gênant vind om een hebberige puber bij me te hebben. Zeker als de Chinese dame vraagt of het mijn zoon is vraag ik me af of ik dergelijk overeenkomstig gedrag vertoont heb.
Op het vliegveld maakte ik de fout om met rugzak op te gaan plassen. Mijn onderstel werd ongevraagd gespoeld omdat ik met de tas langs de sensor ging. Hier in het vliegtuig zal ik deze blunder niet herhalen. Hier is het toilet zo klein dat ik de wc-bril bijna volledig bevochtig als ik mijn handen was. Het blijft een beetje behelpen, maar alles werkt. Tenminste tot nu toe. Mocht dit verhaal te lezen zijn, dan heb ik de reis tenminste tot halverwege goed afgebracht.
Vannacht om 01.00 uur komen we aan, het is in China dan al 07.00 uur in de ochtend. Een hele dag, tot 20.35 's avonds, brengen we op het vliegveld door. Ik hoop dan wat te kunnen slapen. Ik heb mijn morfinepillen bij me en hopelijk goed gezelschap. Arnout is flexibel en meestal wel te porren voor leuke grapjes en goede gesprekken. Bij Owen zijn we een beetje afhankelijk van: het weer, het licht, het eten, de elektriciteit, wifi, het uitzicht, het zitgemak etc. Het blijft zoeken naar de juiste knop, maar meestal weten we die na een poos zoeken wel te vinden.
De volgende keer dat we stoppen zijn we in Australië. Eigenlijk zouden we deze zomer naar India gaan. Maar mijn lieve man drong al voor de fatale diagnose aan op een reis naar Australië, hij voelde toen al aan dat deze bestemming een veel beter doel zou zijn.
Het leven lezen is een gave die we beide blijken te hebben.


Ibanez GRG170DX-JB Gio RG elektrische gitaar blauw

Langzaam komen alle in huis verzamelde spullen, die nodig zijn voor de reis, op één plek te liggen. Mijn dagen bestaan uit wassen, strijken (schzus helpt gelukkig), opruimen, rommel maken en weer opruimen. Stroopwafels en drop zijn gekocht om als souvenir mee te nemen naar Brisbane.
Arnout ontdekte gelukkig op het laatste moment dat we allebei een internationaal rijbewijs nodig hebben om in het met kangoeroes bezaaide continent te mogen rijden. Zonder dat we het van elkaar wisten kwamen we tegelijkertijd  in actie en toonden we elkaar later op de dag het benodigde document. Een document dat sinds 1949 niet veranderd is en dus taal gebruikt die ik ooit mijn oma hoorde bezigen. Er staat: Internationaal Rijbewijs (nog net niet meer met sch) verdrag nopens het wegverkeer van 19 september 1949. Alles wordt in het zichtbaar gekopieerde boekje nog met de hand geschreven en het straalt in zijn geheel niet veel autoriteit uit. Mag regels zijn regels…..
Omdat ik een behoorlijk hoeveelheid pillen gebruik, heb ik ook een medisch paspoort nodig. Dit keer geen pasfoto, maar alleen een lange lijst met namen van medicamenten. Voor noodgevallen heb ik morfine bij me en dat mag niet zomaar de grens over. Ik hoop dan ook geen gedonder te krijgen met achterdochtige Chinezen of Aussie douaniers.
Vandaag voor het laatst naar Sportcity. Wat zal ik die plek en alle leuke mensen missen. Daar tegenover staat dat ik Dale, zijn vrouw Michelle en kinderen zal ontmoeten. Ik heb hen twee jaar geleden even kort gezien toen zij een ‘tour de Europe’ deden. Ik had meteen een klik met zijn vrouw Michelle. Zij was nog niet in de picture toen ik Dale ruim 15 jaar geleden leerde kennen.
Het was toen 29 april de avond voor Koninginnedag. Mijn vriendin H.v.L uit Delft had het lumineuze idee om een band te gaan kijken in een Ierse kroeg. Zij had de band eerder gezien en het smaakte dus naar meer. Eenmaal aangekomen bij de kroeg bleek een andere band te spelen. De Ierse Folkrock geluiden streelden mijn oren en dat maakt een oerinstinct in mij los. Ik keek recht in de ogen van de gitarist. Er was een klik, een herkenning, een zeldzaam moment, alsof de tijd stil staat.
Aan het einde van de avond maakte we nader kennis. De humor van de muzikant, maar ook de looks bevielen me goed. We bleken een grote passie te delen, het onderwijs. In de jaren die volgen hebben we elkaar  iedere keer ontmoet als hij in Nederland of Duitsland toerde. Ik keek naar hem op, zijn positieve kijk op het leven, zijn onbevooroordeeld zijn heeft me veel geleerd. Mede door hem ben ik toleranter geworden. Hij op zijn beurt genoot van mijn energie, enthousiasme en (prettig) gestoorde gedrag.
Een aantal malen hebben we de mogelijkheid om samen te zijn besproken. De conclusie was helder, er is nooit een mogelijkheid geweest. Hij heeft zijn leven daar, ik heb mijn leven hier. Ik heb al lang geleden geaccepteerd dat hij mijn soulmate is aan de andere kant van de aarde. Zijn visie op het leven, zijn vernieuwende inzichten met betrekking op onderwijs zijn uniek. Dale is een mooi mens. We zijn te zeer verbonden om niet de kans te grijpen om in leven afscheid van hem te nemen.
Ik ga met mijn levenspartner van nu een reis maken met een missie. Daarom is Arnout mijn soulmate aan deze kant van de aarde. Hij weet dat de vriendschap puur is en hij niet hoeft te vrezen. Als wij jaloezie in onze relatie zouden kennen zou de constructie met de tweeling, dopa, doma, kortom het hele donorschap niet mogelijk zijn geweest. Loslaten = vinden is en blijft mijn motto. Door vertrouwen te geven krijgen we beide veel terug. Ik verwacht dan ook dat de reis meer wordt dan een reis op weg, in mijn hoofd zal ik ook heel veel kilometers maken.


20 mei 2013

Gezien de drukte van de afgelopen week heb ik nu pas een moment om even stil te staan bij alle gebeurtenissen. Eindelijk kan ik me komende week gaan wijden aan de vakantie en leuke semi-spannende kriebels krijgen voor de grote reis.
Owen is inmiddels 18 jaar geworden. We hadden een surpriseparty voor hem georganiseerd en dat heeft veel inzet en tijd gekost. Vooral het betrekken van de verschillende partijen bij het complot heeft wat voeten in aarde gehad. Ik stond te stuiteren van spanning toen het ‘moment suprême’ een feit was. Owen opende niets vermoedend de deur en had in één klap 35 paar ogen op zich gericht. Hij bazelde ‘Oh mijn god’ en wij bleven een ‘split second’ stil om vervolgens in gejuich uit te barsten. Ons plan was gelukt! Het was echt een complete verrassing.
Op het feest waren al Owens vrienden aanwezig, de manager van zijn werk kwam zelfs later op de avond nog langs. Zij heeft ervoor gezorgd dat Owen met spoed een pakje moest brengen van Madurodam naar de overbuurman bij ons thuis. Hij is namelijk het officiële opperhoofd van de fotoservice (echt een schatje trouwens, zo ook zijn vrouw), zo konden we Owen op de plaats van bestemming krijgen.
Verder waren veel van mijn lieve vrienden aanwezig die in het leven van Owen een rol hebben gespeeld en spelen. Mijn ouders waren natuurlijk ter plaatse en mijn vader was ontroerd en trots.
Een korte speech, van mij voor Owen, vond ik nodig. Ik wilde stilstaan bij het gevoel dat ik voor Owen heb, dat ik natuurlijk zielsveel van hem hou, ondanks veelvuldig mopperen (vaak terecht hoor trouwens). Ik ben er niet op uit om mensen aan het huilen te krijgen, maar het gebeurt onherroepelijk op dit soort momenten. Ik ga geen verjaardagen van Owen meer voorbij laten gaan zonder deze te vieren. Ik wil hem bewust momenten bieden waaraan hij later terug kan denken. Ik wil hem ook met trots tonen hoeveel mensen betrokken bij hem zijn en om hem geven. Hij zal niet alleen zijn, mijn vrienden zullen hem een helpende hand bieden, daar ben ik overtuigd van.
Iedereen probeert zijn kind bagage mee te geven om zo goed mogelijk mee te doen in de maatschappij. Het is een lastige en moeilijke uitdaging. Bij mij heeft altijd veel nadruk gelegen op het werken aan relaties, moeite doen dus voor vriendschappen. Ik ben blij en gelukkig om te zien dat het Owen gelukt is om een hele leuke club sympathieke vrienden om zich heen te verzamelen. Zijn vrienden zijn net als mijn vrienden elkaars vrienden. Dan ben je echt  rijk, dat is waar het voor mij om draait in het leven. Ontmoeten, het leven is één grote ontmoeting. Owen gaat de kunst ervan steeds beter verstaan.
Aanstaande zaterdag stappen we in het vliegtuig. Natuurlijk ga ik mijn avonturen beschrijven. Maar ik verheug me ook erg op offline zijn. Ik ben net als velen met mij, de afgelopen jaren vergroeid met mijn telefoon en Ipad. Ik zoek alles op, mijn honger naar kennis kan ik elk moment stillen door al deze uitvindingen en de mogelijkheden van het internet. Maar nu wil ik ook wel weer een keer een boek, iets van papier, alhoewel mijn e-reader natuurlijk ook meegaat! En bovenal wil ik Dale ontmoeten, de aanleiding om voor Australië te kiezen. De geschiedenis achter die vriendschap houden jullie nog tegoed.

 

 


13 mei 2013

De uitslag van de botscan laat hetzelfde zien als in december 2012. Evenveel activiteit, niet meer en niet minder. Mijn longen en lever zijn schoon (kan dat na jaren kroegbezoek?), dus wordt er gesproken van een positieve uitslag. De oncoloog heeft voor mij een print gemaakt van de scan, want ze weet hoe ik het graag heb. Met de zwart-witfoto in mijn hand bekijk ik mijn eigen botten. Mijn skelet zit van kop tot staart onder de zwarte vlekken. Ik word er droevig van.
Ik had stiekem gehoopt dat ik met sporten de kanker terug zou kunnen dringen. Heb ik me daar maandenlang voor uit de naad gewerkt? Harder en harder wilde ik gaan om het tegendeel te bewijzen. Wat nou moe, sporten! Ik heb er geen spijt van, morgen ga ik weer. Het is alleen naïef te denken dat bewegen het medicijn is tegen alles. In het, tegen beter weten in, vasthouden aan deze gedachte, heb ik mezelf teleurgesteld.
Het is alsof ik nu pas besef wat het fotootje in mijn hand betekent, welke het gevolgen het heeft. Ik zal nooit meer juf of docent zijn, geen onderwijsadviseur meer, niet meer actief uitvoerend in ieder geval. En kom nou niet met de troostende dooddoener dat ik altijd een juf of onderwijsadviseur zal blijven, want dat helpt niet. Voor de klas staan met echte kinderen was en is mijn lust en mijn leven en werken met leerkrachten de kers op de slagroom. Het gaat er nu even niet om wat een ander denkt, maar om wat ik op dit moment voel. Ik zal nooit meer actief deelnemen aan een werkmaatschappij. En dat komt nu (hard en rauw) binnen. Ik wil ertoe doen, ik wil nog bijdragen, want dan heeft het leven voor mij zin.
Gelukkig blijf ik meubelstoffeerder en kan ik altijd mijn verhalen blijven schrijven. Ik ben toegerust met meerdere talenten en dat maakt me een rijk mens. Waar de behoefte om iets over te dragen en na te laten toch vandaan komt, ik weet het niet. Als ik sommige mensen inspiratieloos zie werken of sporten, snap ik er niets van.
Al schrijvende probeer ik tevreden te zijn met de uitslag. Joepie, de kanker is niet erger geworden. Even probeer ik mijn altijd niet aflatende positivisme naar boven te halen. Maar toch blijf ik van binnen nog wat misselijk. ‘Astrid bewandel je pad en doe je ding, ga er tegenaan’ zegt de stem.
Afgelopen vrijdag had ik een overleg met de stichting ‘Bewegen tegen kanker’ in het MCH. Het gesprek ging over mijn idee om oncogym (zo noem ik sport voor kankerpatiënten) op een verantwoorde wijze onder te brengen in een gewone sportschool, in een normale omgeving waar het mogelijk is om leuke contacten op te doen en te bewegen. De man die ik sprak was enthousiast over mijn plan, hij heeft beloofd het plan te financieren en de mensen die ervoor nodig zijn (oncologisch fysiotherapeut en andere ziekenhuis bobo’s) bij elkaar te roepen voor een volgend overleg. Mijn enige missie is om de manager van Sportcity mee te krijgen voor het plan. Ik heb gezegd dat ik daar achteraan ga en als het aan mij ligt dat ik over een half jaar bij Koffietijd zit om live voor de buis iedere nog twijfelende persoon met de diagnose kanker van de bank af te praten, hup de sportschool in. Want ook al verdwijnt er blijkbaar geen tumor met sporten voor een krachtige geest is het het beste medicijn.


Reacties (2)

12 mei 2013

Gisteren waren we op de Rijswijkse markt, daar doen we op zaterdag met veel plezier boodschappen, gezellig kletsen en mensen ontmoeten. Elke zaterdag is het weer leuk, van de bakker tot de kaasboer. Bij de bakker werd ik, al wachtende op mijn beurt, zeer geraakt door een hele confronterende zin, die eigenlijk ook zo simpel is. ‘Een hele fijne moederdag morgen! Op dat moment rolde de tranen over mijn wangen. Wat als M. dit hoort die net haar moeder verloren is? Hoe moet zij zich voelen?
Ik heb moederdag altijd een commercieel uit de kluiten gewassen feestje gevonden. Kinderen kopen van hun zakgeld de meest gruwelijke geuren, zeepjes en overbodige prullaria. Leuker vind ik de zelf geknutselde pollepels, kralen hartjes, geverfde wc-rollen om pennen in te zetten etc. Ook al heb je niets aan de voorwerpen, ze maken je bewust van je moederschap. Iedere keer als ik in de kast een dergelijk ‘creatief met wc-rollen’ knutselwerk tegenkom, moet ik glimlachen. De tijd vliegt, vandaag kreeg ik een grote bos bloemen en twee sleutelhangers met een foto van mijn knappe zoon.
Achttien jaar geleden was ik bezig met een marathonbevalling. De weeën waren om vier uur ’s nachts (op 14 mei het was toen moederdag) begonnen. De aanstaande jonge vader was vissen en had een pieper van de PPT bij zich waar helaas lege batterijen in zaten. Hij kwam pas rond de lunch thuis en had geen idee in welke onmogelijke standen, al kreunend hij mij zou aantreffen. Ondertussen had ik de hulp ingeroepen van mijn zus (ervaren in het baren) en een vriendin. Pas op maandagnacht (15 mei 1995) om 2.02 uur werd onze zoon Owen geboren. Ik heb dus eerlijk gezegd mijn eerste echte moederdag pas een jaar later beleefd.
Vanaf het moment dat ik zelf moeder ben geworden heb ik het altijd leuk gevonden om er even extra bij stil te staan dat het zo een bijzondere taak is. Een taak die ik tot de komst van Arnout grotendeels alleen heb vervuld, ik vond het niet erg en ook wel fijn. De eindeloze vermoeidheid die ik in de eerste jaren voelde ebde langzaam weg. Ik heb zo ontzettend genoten van mijn super vrolijke kind. Het genieten neemt andere vormen aan naarmate ze ouder worden. Owen is meer van huis dan thuis. Hij creëert kledingbelten die je zou kunnen beklimmen bij gebrek aan bergen. Hij lijkt af en toe verdomd veel op zijn vader. Ook als het duidelijk mijn eigenschappen zijn, dicht ik ze graag aan een ander toe.
Woensdag wordt Owen volwassen zegt de wetgeving. Ik verheug me enorm op die omslag. Ik ben heel benieuwd of het onmiddellijk merkbaar is. Ik denk dat ik hem om klokslag twaalf uur maar even wakker maak om het verschil te bekijken.
Iedereen heeft een moeder, niet iedereen is een moeder of gedraagt zich als een moeder. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen zal juichen bij het denken aan de persoon die hem of haar op de wereld heeft gezet. Toen ik gisteravond de film ‘Precious’ zag, werd ik me daar nogmaals erg bewust van.
Owen heeft mij een moeder gemaakt, hij heeft ook van mijn lieve vriendinnen mede-moeders gemaakt. Ze hebben de afgelopen jaren meegedacht en mee gezorgd. Mijn dankbaarheid aan hen is groot, zonder deze kanjers had ik het niet op dezelfde manier kunnen doen.
Morgen krijg ik in het ziekenhuis de uitslag van de botscan. Je kunt het zien als het opmaken van de tussenbalans. Wat heeft de chemo gedaan en hoe staat het ervoor? Ik kan dan weer beter inschatten hoelang ik nog moeder mag blijven. Want ondanks al het zware werk van het moederschap, vervul ik de taak graag en met veel liefde en wil ik dat nog lang blijven doen.

Precious: Based on the Novel "Push" by Sapphire is een Amerikaanse film uit 2009 van regisseur Lee Daniels.


Reacties

08 mei 2013

Het zijn bijzondere tijden. Zeker nu het verleden regelmatig zeer dichtbij is. Mijn allerbeste vriendin van de basisschool en ‘mijn vriendje’ Heintje waren gisteren op bezoek. We hebben elkaar gevonden met behulp van FB (Facebook) en waren toch erg nieuwsgierig naar elkaars welbevinden. M.v.d.K uit D. kom ik nog regelmatig tegen, meestal op de markt, omdat zij nog in Den Haag woont. Ze woont slechts enkele honderden meters van de plek waar onze jeugd gekenmerkt werkt door het spelen met Barbies en gebukt gaan onder de terreur van enkele klasgenoten, in het Engels bullies genoemd.
De Barbies waren leuk en beleefden fantastische avonturen. Ze werden minstens tien keer per dag omgekleed. Gelukkig werd dit met de komst van buigbare benen door Mattel vergemakkelijkt.
We hebben gister veel gelachen en gesproken over onze (toen nog) lagere school. Heintje had weinig te lijden gehad onder de bullies. Hij was toen al lekker (mega) druk en ongrijpbaar omdat hij in het ‘betere Rijswijk’ woonde. Zijn verjaardagsfeesten waren fantastisch, hij deelde echte zakjes chips uit (!) en we gingen altijd naar de bioscoop, ik weet zelfs nog welke film.
Met M.v.d.K deelde ik het leed van gebukt gaan onder de permanente bedreiging gepakt te zullen worden na schooltijd door de bullies. Ik zal hun namen niet noemen omdat ik ze misschien op een dag vergeef en dan zou het toch lullig zijn. Maar voor vergeving is tot nu toe nog geen plek. Toen iedereen gisteravond hier het pand verlaten had, heb ik de fiets gepakt om langs het huis van de hoofdbullie te fietsen. Ik had ’s middags zelfs met haar aan de telefoon gezeten om haar op de hoogte te brengen van een op hande zijnde reünie. Ze kon zich mijn naam, noch die van M.v.d.K niet herinneren. Ze moest zelfs even nadenken of ze wel op de Prins Willem Alexander had gezeten! Ze wist gelukkig wel waar ze op dit moment woont en zodoende kwam ik er dus achter dat ze nog in dezelfde straat woont als vroeger.
Op weg naar haar huis fietsend laadde ik mezelf steeds meer op. In gedachte wilde ik haar ramen ingooien, haar de huid volschelden, haar terugpakken, haren uittrekken enzovoort. Maar wat heb ik eraan als ze niet eens meer weet wie ik ben? Ik ben drie keer heen en weer gereden. Eén keer ging de deur open, door de opening kon ik net niet genoeg zien. Ik bedacht me dat ruiten ingooien niet slim is en bovendien had ze dubbel glas. Het heeft me goed gedaan om in mijn hoofd de wraakgedachtes een podium te bieden. Vermoeid ben ik naar huis gegaan en heb een warme douche genomen de negatieve energie gleed van me af.
Vervuld van veel leukere gedachtes ben ik vanmorgen gaan sporten. Ik kwam ‘koekje erbij’ tegen. Ik noem hem zo omdat hij een allemansvriend is en interesse heeft voor iedereen en daardoor veel in gesprek is. Hij is voor de tweede keer opa geworden. We zaten samen op de fiets (ieder één hometrainer voor de duidelijkheid) en hebben gesproken over leuke en positieve dingen. Net als ik geniet hij van alle dingen in het leven, iemand met een juiste levenshouding.
‘Koekje erbij’ vertelde me dat hij van het begin tot het einde mijn blog gelezen had, zelfs twee keer. Wat heerlijk om te horen dat mijn teksten gelezen worden. Het geeft me een gevoel van zijn, van bestaan. Ik vind het een eer om gelezen te worden. Schrijven is nog meer dan voorheen een behoefte die me helpt om alles in kaart te brengen. Ik zou het bijna therapeutisch willen noemen. Het hebben van een klankbord, in de vorm van lezerspubliek, maakt dat anderen weten wat er in me leeft. Gelezen worden is een warme vorm van belangstelling. Het is voor mij even waardevol als een telefoontje of een kaart. Dank dus voor het lezen.


07 mei 2013


Zondag was er bevrijdingsfestival op het Malieveld. Ik wilde perse de ‘Golden Oldies’ zien optreden.
Informatie over de Golden Oldies (website BNN)
Ze zijn grijs, gestopt met werken, reizen al tijden op een roze-strippenkaart en... ze willen nog één keer vlammen! In Golden Oldies stelt Ruben Nicolai een koor van veertig bejaarde Hagenezen samen om toe te werken naar een knallend concert in Koninklijk Theater Carré.
Niks geraniums
Niks geraniums, deze koorleden blazen met hun rockmuziek alles en iedereen van het podium. Ze duiken voor meer dan 100% in dit voor hun misschien wel laatste grote avontuur. Maar dit alles niet zonder slag of stoot. Zijn de Golden Oldies bereid om het rock-repertoire uit te voeren en zijn ze in staat het hele avontuur vol te houden?@
De reden waarom ik zo gek ben van de Golden Oldies en ze me tot tranen toe kunnen beroeren, is simpel. Ze willen leven, ze willen ondanks hun fysieke beperkingen en beperkte houdbaarheid een avontuur beleven. Ik voel me verbonden met deze mensen. Ik weet net als zij dat het nu of nooit is.
Op het Malieveld stonden hekken waar medewerkers bij de poort controleerden of we geen flessen of blik mee naar binnen zouden nemen. Voor mij een uitdaging om dit natuurlijk wel voor elkaar de te krijgen. Als een stel pubers zijn Arnout en ik rond het veld gelopen om de mazen in het net te ontdekken. De zwakke schakel vonden we bij de nooduitgang aan de achterzijde. Geen bewaker in zicht, dus daar lag de kans. Ik bleef daar op die plek achter terwijl Arnout omliep om aan de binnenzijde de rugtas met bier en flessen fris aan te pakken. Dit soort ondeugende (maar onschuldige) daden blijven voor mij noodzakelijk kwaad. Het zit in mijn karakter om op kleine schaal opstandig te zijn.
Eenmaal veilig op het terrein hebben we netjes twee drankjes gekocht zodat we de drank incognito konden nuttigen. Ondertussen had Leentje en een nog onbekende vriend (zie foto’s Facebook) zich bij ons aangesloten. Leentje is zo gek als een deur en naast de nodige zelfspot beschikt hij over een briljant gevoel voor humor. Zijn zwangere zus M.H. uit Den Haag probeert ons altijd tevergeefs bij elkaar weg te houden omdat hij en ik een vlek op vlek reactie veroorzaken. Zodra er elkaar zien vliegen de macabere grappen met een snelheid van meer dan 200 km per uur om je oren. En geloof me, zowel hij als ik blijven niet gespaard.
Voordat de jeugdige grijsaards gingen zingen was er een afvaardiging van de vroegere band ‘Simple Minds’ aan het spelen. Hoogtepunt het nummer ‘Don’t you forget about me’. Voor jongeren is er de mogelijkheid om deze naoorlogse beelden te bekijken op YouTube. Ik stond naast een wat jongere broer van de vriend van Leentje luidkeels te zingen. Hij keek me aan alsof ik gek was. Hij had het lied nog nooit gehoord. ‘Ben ik toch nog oud geworden’ dacht ik.
Tijdens het dansen en springen werd ik op mijn schouder getikt door mijn nurse practitioner. Een nurse practitioner is een verpleegkundige functie die zich qua bevoegdheid bevindt tussen arts en verpleegkundige. Zij kan verschillende taken van de arts overnemen en in bepaalde gevallen zelf diagnoses stellen en medicatie voorschrijven. Barbara (zo heet ze echt) omhelsde me met trots. Ze liet me weten zeer veel bewondering te hebben voor het feit dat ik zo oprecht aan het genieten was. Heerlijk om in zekere zin toch een opvallende patiënt te zijn ( een golden boldy.)
De Golden Oldies kwamen op voor hun laatste optreden als gelegenheidsband. Wat een levenskracht, wat een feest. De broer van de vriend van Leentje, die overigens door drank en drugs een zekere staat van ontbinding was, begreep niets van mijn enthousiasme. Ik riep hem toe dat het toch geweldig was als mensen zo konden genieten. Zijn antwoord: ‘Dat hadden ze dertig jaar geleden toch kunnen doen?’ ‘Mijn hemel, de knul moet nog veel leren’: dacht ik. Ik riep hem toe: ‘Dat maakt niet uit, ze doen het nu! Het is nooit te laat om je te gaan leven, hoe beperkt je tijd ook is’.
Ach, weet die goser veel…….(nee, blijkbaar nog niet).
http://www.youtube.com/watch?v=CdqoNKCCt7A







03 mei 2013

Een volle week met veel feest en actie. Ondanks het feit dat bijna alle dingen die ik doe leuk zijn om te doen, kom ik erachter dat ik met steeds minder energie mijn activiteiten moet voltooien. Ik heb er grote moeite mee om me te beperken tot het doen van slechts één of twee dingen op een dag. Ik plan mijn dagen nog steeds onverminderd vol en moet daar steeds vaker tol voor betalen.
Zondag was ik met Arnout Angels (J, S, I en S) naar de sauna. Er werd mij een verwenarrangement aangeboden. Nog voor de lunch lag ik op de tafel bij een masseuse die mijn zenuwknopen fanatiek, gelijk een moeder die eindelijk de toestemming krijgt om een mee-eter van haar puberzoon uit te knijpen, aanviel. Mijn hemel, ze heeft me niet gespaard. Gelukkig heb ik van haar behandeling de afgelopen week wel profijt gehad. Niet echt lekker, wel nuttig. De hele saunadag was geweldig en ik ben de Angels dankbaar, wat een supervrouwen.
Koninginnedag was een succes en erg gezellig omdat het bij uitstek een koopjesdag is. En daar word ik blij van! Met kilo’s babykleding voor Femmy en Jelle en een heuse nieuwe ‘tweedehands’ tweelingbuggy ging K. S. uit Rijswijk, stralend huiswaarts. Arnout en ik gingen nog even naar de Oude Molstraat om verder te feesten. Ik had mezelf zodanig toegetakeld met oranjekleding, oranje wimpers (van veren gemaakt), oranjerode pruik en een diadeem met de Nederlandse vlag, dat mensen me nauwelijks herkenden. Fijn om weer een dag undercover te zijn, alhoewel ik mijn vrienden natuurlijk wel wilde herkennen…..
Mijn allerliefste Annie is altijd jarig op deze feestdag, dus ook volgende jaar hebben wij op 30 april nog wel iets te vieren. Ik schrok van mijn eigen gedachten dat ik volgend jaar er waarschijnlijk toch wel heel anders bijsta. Dat we dan alweer een jaar verder zijn en dat hetgeen de toekomst brengt zo onduidelijk is. Onder invloed van deze gedachten en port vermengd met bier heb ik mijn tranen rijkelijk laten vloeien. Het lucht ook wel op om de emotie een podium te bieden.
Gisteren zag ik, in de sportschool mijn geliefde Shirley Temple met twee fitte mannen op leeftijd boksen. Ik vroeg of ik mee mocht doen. Natuurlijk werd ik van harte welkom geheten en voor ik het wist heb ik onverwacht nog een manier gevonden om mijn emoties te kanaliseren. Ik deelde (voor mijn gevoel) rake klappen uit. Voor elke chemo, voor elke naald, voor een te korte toekomst etc. Heerlijk om zo bezig te zijn. Ik ging moe naar Sportcity en kwam als een herboren mens terug.
De komende weken staan in het teken van de voorbereidingen voor Australië. Maar er zijn ook nog spannende medische onderzoeken. Deze week is er al een longfoto gemaakt, maandag een echo van mijn lever er vervolgens nog een botscan. De oncoloog heeft gevraagd of we de uitslag van de onderzoeken voor onze reis willen hebben, een lastig dilemma. De onderzoeken zullen inzicht geven over de stand van zaken in mijn lijf. Het is zoals het is, we willen het weten, nog voor de reis. We zullen er samen (met steun van iedereen) wel weer een weg voor vinden.
In mijn koffer naar Australië neem ik een paar bokshandschoenen en stootkussens mee voor de broodnodige uitlaatklep voor mij en mijn mannen…..


27 april 2013

Woensdag is de moeder van M.(en van de andere drie kinderen) begraven. Owen en ik zijn samen naar Hooglanderveen gereden. Omdat we de Tomtom niet konden vinden en dus met de Iphone moesten navigeren leverde dat wat stress op. Het begon al met het feit dat ik per ongeluk richting Amsterdam reed, gelukkig is afbuigen door de aanleg van de N11 makkelijk. We hebben weinig minuten verloren. Doordat (ja wat zal ik zeggen, ik zal de apparatuur maar beschuldigen) de Iphone niet duidelijk aangaf waar we heen moesten belandden we direct in de straat waar het ouderlijk huis was en de haag van mensen begon. De kist werd onder begeleiding van de kinderen, man en familie door de straten naar de kerk gereden. Bijna 500 meter lang stonden er mensen langs de route. Overal hingen de vlaggen half stok. Veel leeftijdgenoten van mij en van Owen passeerden. Met een drom van meer dan vier honderd mensen liepen we achter de kist aan.
De moeder van M. bleek veel, heel veel overeenkomst te hebben met mij. Ze had de sociale academie gedaan, daarna de Pabo, vervolgens in het onderwijs gewerkt en hield zich de afgelopen jaren bezig met leesbevorderingsprojecten voor het vmbo. Owen hield mijn hand vast, steeds steviger naarmate de herkenning groter bleek. We spraken veel, doch zonder woorden.
Omdat er voortdurend foto’s te zien waren van de moeder van/vrouw van /kind van /vriendin van /buurvrouw van /collega van etc., had ik het gevoel haar steeds beter te kennen. We zaten steeds bewuster in de zaal om de familie te steunen en niet om mijn eigen ‘feestje’ te zien. De kinderen spraken mooi, haar man was ongelooflijk helder en in staat de bijeenkomst te leiden. Hij had van zijn vrouw de opdracht gekregen om het lied ‘Have a little faith in me’ van John Hiatt te zingen. Loepzuiver met zijn ogen gesloten zong hij het lied vol overgave terwijl hij aan het hoofd van haar kist stond. Toen hij klaar was stonden we en masse op om hem een staande ovatie te geven. Het was zoals ‘de moeder van’ gevraagd had, de mooiste dood en ceremonie die zij zich kon wensen.
We hadden ‘s morgens in de gauwigheid twee rozen uit de vaas gehaald om mee te nemen die dag. Ik legde de roos bij het graf, Owen was zo stoer om de roos aan M. te geven met een zoen op haar wang. Daarna legde hij weer een arm om mij heen en liepen we het pad af. Ik heb veel gemopperd op het gebrek aan didactische vaardigheden bij mijn kind, aan gebrek aan discipline. Voor de grap zeg ik wel eens dat hij zo hoog begaafd is dat zelfs een test het niet kan vaststellen, en ook de docenten niet en ook zijn omgeving niet. Maar ik kan wel zeggen dat hij op sociaal emotioneel gebied een zeer begaafd mens is. God, wat ben ik trots op hem!
Bij de high-tea die aansluitend gehouden werd kwam een vrouw bij ons staan. Aan ons gesprek merkte ze dat er bij ons iets bijzonders was. Ik bracht haar even op de hoogte (as you do) van onze situatie. Zij ging allerlei vragen stellen over mijn toekomstverwachtingen etc. Iets waar ik op dat moment niet voor gekomen was en ook geen zin in had. Ik probeerde het gesprek op haar reden van komst te brengen. Ze bleek bij de bibliotheek Utrecht te werken. Toen ik een aantal namen noemde van de Stichting Lezen en of ze die ook kende, was er geen houden meer aan. We hadden hier duidelijk met een beroeps gedeformeerde boekenwurm te maken. Owen en ik wisten niet hoe we haar kwijt moesten raken.
Gelukkig zag de fleurig in het Desigual geklede vrouw de directeur van de bibliotheek van Amersfoort. Ze bood meteen aan om het gat dat de overledene achterliet te vullen met mankracht vanuit Utrecht. Je kan er maar op tijd bij zijn hè? Even kwam ze nog terug aan onze statafel om te vragen of wij ook actief waren met lezen. Ik antwoordde: ‘Ik heb even geen tijd voor boeken, ik lees het leven.’ Weg waren we, bevrijd van deze mega muts.

Songwriters: HIATT, JOHN

When the road gets dark
And you can no longer see
Just let my love throw a spark
An' have a little faith in me

An' when the tears you cry
Are all you can believe
Just give these loving arms a try, baby
An' have a little faith in me

CHORUS:
Have a little faith in me
Have a little faith in me
Have a little faith in me
Have a little faith in me

An' when your secret heart
Cannot speak so easily
Come here darlin' from a whisper start
Have a little faith in me

Duet: An' when your back's against the wall
Just turn around an' a you will see
Duet: I'll be there, I'll be there to catch your fall
So have a little faith in me






















22 april 2013

Tot een zekere leeftijd ben ik altijd gewoon Astrid geweest. Zelden mevrouw Dämmler (en gelukkig maar), dat voelt zo oud. Toen ik mijn zoon kreeg en ik moeder werd, gebeurde het steeds vaker dat ik de moeder van Owen werd genoemd, zeker toen hij naar de basisschool ging en hij kinderen mee naar huis nam om te spelen. Geen kind dat je bij je voornaam noemt, je krijgt de eervolle titel van moeder letterlijk in de schoot geworpen of je het nou verdient of niet.
De afgelopen tijd ben ik natuurlijk veel bezig met het leven, toch onbewust/bewust meer dan voorheen. Kan het nog meer? Ja, dat kan. Ik observeer ouders die ik door het raam van de sportschool hun kinderen zie begeleiden. Ik stel mezelf vragen over ouderschap. Vroeger, bij de generatie van mijn ouders, leken ouders meer op douanebeambten. Ze bewaakten de grenzen van het leven meer en veel dingen werden goed of slecht bevonden met minder ruimte voor discussie.
Nu is er veel meer ruimte voor gesprek en zijn we veel meer een gids dan douane. Misschien is er in de ogen van de oudere generatie wel teveel ruimte voor gesprek en zouden we meer grenzen moeten stellen.
Gids zijn is niet eenvoudig, een goede gids leeft voor. Tja, doe ik dat wel voldoende? Zou ik niet meer grenzen moeten stellen en een balans moeten vinden tussen het één en het ander? Voorlopig houd ik het toch maar op gidsen, ik kom regelmatig op een tweesprong en leg mijn kind de mogelijkheden voor. Door samen het leven en alle mogelijkheden regelmatig onder de loep te nemen is onze band sterk.
Openheid is een kernwoord hier in huis. Soms zelf zo open dat ik zaken in geuren en kleuren te horen krijg die misschien beter met vrienden kunnen worden gedeeld. Als ik dat er dan bij zeg, is het commentaar : ‘Ja, jij hebt me zo opgevoed om overal over te praten!’ Daar heeft hij dan wel weer gelijk in. Het is niet altijd makkelijk die ruimte voor discussie. Soms is het wenselijk als zaken gewoon in een keer gebeuren, dan mis ik een ouder-ritair karakter.
Op het werk van mijn zoon praat hij over mij, daar ben ik blij mee. Hij kan daar delen wat misschien met mij niet bespreekbaar is. Hij vindt herkenning, met name bij een lotgenote waarvan haar moeder in dezelfde situatie zit/zat als ik. Sinds een aantal dagen is het ‘in de situatie zat’. De moeder van M. is overleden. De serial killer heeft haar te pakken genomen en weggehaald uit ons bestaan. Weer is er een ‘moeder van’ gestorven. Het raakt me diep. Ik voel pijn in mijn hart als ik denk aan het verdriet dat het meisje doormaakt. Ik voel angst omdat de confrontatie voor mijn zoon hard kan aankomen. Hoe gaat een mens om met wat er op zijn pad komt?
Ik probeer positief te blijven en ook deze gelegenheid te lezen. Wat kan ik hieruit halen? Ik wil er zijn voor mijn kind en voor het kind van ‘de moeder van’. Woensdag ga ik mee naar de begrafenis. Ik hoop mijn zoon te kunnen gidsen bij deze ervaring. Ik hoop dat hij blij zal zijn dat hij M. zijn steun laat voelen. Ik denk aan alle ‘moeders van’ die te vroeg gaan en waarvan de geschiedenis nog niet af was.


19 april 2013

Zoals vele mensen doe ik regelmatig een bod bij Vakantieveilingen. Ik kies vaak korte reizen en weekenden uit. Het liefst naar Duitsland of Frankrijk zodat we meteen boodschappen kunnen doen. Ook richt ik mijn pijlen graag op steden waar ik gewoond heb om dan als van ouds de kroegen te bezoeken waar ik vele avonden doorbracht op jacht naar leuke mannen. Ik reis dan, al mijmerend met een biertje in mijn hand, terug in de tijd en vertel Arnout over mijn heroïsche kroegendaden.
Deze keer was mijn vinger op een veilingknop blijven hangen die ons wederom naar Winterberg bracht. De stad waar wij eerder drie dagen verbleven en waar toen net de eerste heftige sneeuw gevallen was. We hadden net een aantal dagen ervoor gehoord van de uitzaaiingen en bevonden ons nog bij tijd en wijlen in een verslagen toestand, waar ongeloof ook nog wel eens de kop op stak.
Nu waren we weer in dezelfde stad. Geen sneeuw dit keer, helaas ook nog geen echte lente. De zon scheen wel, maar de bladeren waren er nog niet om het gebied sprookjesachtig te versieren. Vijf maanden na het nieuws, vijf maanden behandelingen en dertien chemo’s verder, vijf maanden leven met het idee dat het leven een beperkte houdbaarheidsdatum heeft.
We dachten in december dat ik nooit meer naar Winterberg zou komen, dat ik misschien niet meer zo mobiel zou zijn. Enfin, ondanks alle positieve gedachtes en geloven in eigen kracht dachten we toch dat ik eerder beperkt zou worden in mijn bewegingsapparaat. Prachtig is het om nu te zien dat de serial killer mij er niet zomaar onder krijgt. (Gister had ik nog twee pr’s op de sportschool!)
We hebben in Duitsland veel bubbels gekocht om veel te kunnen vieren. We hebben een keer een verantwoorde lunch ingeruild voor Duitse Kuchen en zelfs een keer ijs gegeten als middagmaal. We waren optimaal aan het genieten.
Ik probeerde niet teveel aan de calorieën te denken (iets dat niet eenvoudig is). Ik denk en weet dat ik daarom gister zo hard gesport heb. Iedereen kan denken en zeggen wat hij of zij wil, maar het blijft lastig. Ik heb mezelf toegesproken en gegund om het leven te omarmen.
In de gang naar de kleedkamer van de sportschool kwam ik gister mijn niet-eten meisje tegen. Over haar heb ik eerder verteld omdat ik het een zeer bijzondere ontmoeting vond. Ik had er daarna nooit meer gezien en ging twijfelen of ze wel bestaan had en ik niet tegen mezelf had staan praten. Nee, ze bestaat echt. Het lijkt wel of ik haar weer op dit moment tegen het lijf ben gelopen om mezelf niet te vermanend toe te spreken over taart, ijs of wat dan ook.
Met plezier denk ik terug aan onze afgelopen dagen, aan het hotel waar we verbleven dat overal naar kaasmakerij rook, waar de vloeren bekleed waren met restanten Heugaveld tegels in alle kleuren van de regenboog (waarschijnlijk van een failliete inboedel), waar de eigenaar ons voor twintig euro meer een andere kamer aan wilde bieden zodat we nog een tweepersoonsbed erbij hadden (?), waar een kegelbaan was ( waar ik me op verheugd had) die zo oud was dat ik bijna in de kegels de symbolen van het Derde Rijk meende te herkennen, waar het eten op menukaart allemaal Nederlands was en medegasten allemaal zwaar vergrijsde medeburgers waren. Kortom bieden op Vakantieveilingen brengt je op de meest geweldige plaatsen, de volgende keer gaan we naar Parijs. Ben benieuwd wat we daar aantreffen……


12 april 2013

Omdat K.S. uit R. moest werken maar haar kinderen DVVV (dikke vieze vette verloofde) en Terror F. al bijna een week aan de diarree waren, gingen mijn schzus en ik samen naar de huisarts om toch even voor de zekerheid te laten controleren of de tweeling niet teveel uitgedroogd was.
Mijn schzus heet zo omdat zij meer is dan een schoonzus en ik graag namen bedenk die het meest passen. DVVV eigenlijk J. heet zo omdat hij om de woordgroep ‘dikke vieze vette verloofde’ voor het eerst lachte naar mij toen ik die uitsprak. Terror F. eigenlijk F. wordt zo genoemd door Arnout omdat ze heel bijdehand is, overal bij wil zijn en van zich laat horen met hoge kreten.
Maar hoe komt het nou dat schzus en ik samen met de kids op pad gingen?
Nu K.S. uit R. een uitgebreid interview heeft gegeven in het blad ‘Wij jonge ouders’, kan ik ook uit de kast komen (figuurlijk dan, anders kan ik niet schrijven) . Alhoewel de meest mensen wel weten wat ik nu ga vertellen, leg ik de constructie toch nog even uit.
In 2011 leerden wij K.S. uit R. kennen. Zij werd meteen opgenomen in ons bestaan en we deelden veel. Zij had een kinderwens die zij spoedig in vervulling wilde laten gaan. Bij gebrek aan een leuke partner moest er gedacht worden aan donorschap. Maar ja, hoe kom je aan een leuke donor? Je kunt tegenwoordig zaad bestellen via internet, maar dan heb je meestal een Deen te pakken en zal je kind in de toekomst bij het op zoek gaan naar de vader hooguit een keer naar Legoland gaan. Wie geduld heeft kan ook wachten op een Nederlandse celletjes, maar dan is de wachttijd drieënhalf jaar. Waar die donoren zo lang over doen is mij een raadsel….
Op een vrijdagavond in juni ontsprong één van mijn vele ideeën in mijn hoofd. Arnout had uit het verleden nog een kinderwens. Met allerlei kunstgrepen bleek helaas het verlangen niet beantwoord te worden. Enfin, om een lang verhaal kort te maken. Ik zag in mijn man de toekomstige donor. Toen ik het hem voorstelde zag ik voorzichtig zijn mondhoeken omhoog krullen. Ik wist dat het zou gaan lukken. Voorzichtig heb ik K.S. uit R. gevraagd of zij een donor als Arnout zou zien zitten. Zij beantwoordde deze vraag met enthousiasme. Met behulp van het ziekenhuis (een beetje van jezelf en een beetje van Maggi) is het tot een uitgevoerd plan gekomen. Zo is het dus gekomen dat ik Doma ben (donormama) Arnout is Dopa geworden en Owen Dobro. Zie legenda aan het eind van deze tekst.
Dat schzus en ik samen naar de huisarts gingen was dus niet gek, er was immers familie aanwezig. De huisarts vroeg aan ons wie de moeder was. Aangezien schzus en ik allebei biologisch afgeschreven modellen zijn en beide tegelijkertijd opvliegers hadden, zag de huisarts ook wel in dat wij niet de moeder konden zijn. Omdat we niet beschuldigd wilden worden van ontvoering hebben we het ware verhaal even uit de doeken gedaan. Ook de namen van Doma en Dopa kwamen aan de orde en zo werd schus dus Dota. Een rol die ze met liefde en zorg vervuld.
Na het bezoek aan de huisarts moesten we nog even voor de zekerheid naar het ziekenhuis om een kinderarts te laten kijken naar DVVV. Schzus en ik met opvliegers en een kind in de armen liepen naar gebouw H, waar K.S. uit R. zich al snel aansloot bij onze optocht. Drie vrouwen en twee baby’s. leg dat maar eens uit. De arts-assistent sprak keurig tot ons allemaal zonder een van ons te discrimineren. DVVV zag er goed genoeg uit om weer mee huiswaarts te gaan. Schzus en ik kropen snel bij elkaar in de auto. Pfff, het was een intensieve maar wederom leuke middag. ‘Moeten we vaker doen’ zeiden we tegen elkaar. ‘Ja’ zeiden we allebei. Lieve schzus bedankt!

Legenda:
Dopa= donor papa
Doma= donor mama
Dobro= donor broer
Dozus= donor zus
Doop= donor opa
Doom= donor oma
Dota= donor tante
Do-oom= donor oom
etc.



09 april 2013

Amper een dag na mijn ontslag uit het ziekenhuis had ik weer sterk de behoefte om me onder de mensen te begeven. Natuurlijk wist ik zaterdag waar mijn vrienden zich begaven dus hebben we de tandem beklommen en zijn naar de stad gereden om traditioneel de Grand National te kijken, een onzinnige paardenrace in Groot Brittannië waar we met z'n allen blind lootjes voor trekken á vijf euro per stuk. Vervolgens volgen er een aantal spannende minuten en winnen een aantal mensen de pot die we bij elkaar hebben gelegd. Vroeger kwamen er zoveel mensen om te gokken dan was er spannend wie er zou winnen, maar omdat er inmiddels mensen kinderen hebben gekregen (en dus elders verplichtingen hebben) en sommigen zijn overleden, moeten we hetzelfde aantal lootjes verkopen onder een kleinere groep. De kans dat je wint is dus vele malen groter. Arnout en ik hadden het paard dat als derde binnenkwam waardoor we onze inleg gelukkig weer terug hadden. Mijn lieve vriendin A.P. uit D. won de hoofdprijs, traditioneel moet je dan iedereen een biertje geven om te vieren waarop het gewonnen bedrag als sneeuw voor de zon verdwijnt.
Bovenstaand 'avontuur' deed ons het ziekenhuis vergeten. Een bezoek dat toch een behoorlijke impact op ons had. Van onsterfelijkheid bleek geen sprake meer toen de arts ons laat in de avond de vraag stelde die hij volgens het protocol aan iedereen met uitzaaiingen moest vragen. Na de zinnen: ' Dit soort situaties (koorts en andere tegenvallers) kunnen vanaf nu af aan vaker voorkomen.' Vroeg hij: ' Wilt u gereanimeerd worden, indien de keuze zich voordoet?' Boem, bam, dat komt binnen! Waar hadden we het over? Hij vroeg of deze vraag al eerder aan de orde was gekomen bij de oncoloog. En nee, dat was niet het geval..... Weer iets om voortaan rekening mee te houden. Maar natuurlijk was het antwoord nu ontkennend. Tuurlijk zou ik gereanimeerd willen worden. ‘Als jullie het maar voorzichtig doen’: antwoordde ik.
Toen het zondag lekker weer bleek te zijn hebben we wederom de tandem gepakt en zijn via onze leuke vriendinnen P. en C. te D, die in blijde verwachting zijn van een tweeling, doorgefietst naar Hoeve Windlust. Daar hebben we koffie gedronken bij een heerlijk hartelijke hartverwarmende familie. Dan heb ik het niet over vier mensen, maar over tien mensen uit drie generaties. We kunnen er altijd verschrikkelijk lachen omdat de humor ontzettend overeenkomt. Arnout zou een broer kunnen zijn van de twee broers A. en E. die samen met hun ouders daar al hun hele leven wonen. In de loop der jaren zijn daar hun geweldige echtgenotes bij gekomen. Ze hebben een bijzondere schare kinderen. Ik kan wel zeggen dat ik zelden zulke heerlijke meiden heb gezien.
Het gespreksonderwerp was hoofdzakelijk de reis naar Australië die E. en L. samen hadden gemaakt, toevallig hetzelfde gebied als waar wij over krap zes weken naartoe zullen afreizen. De warmte die middag was niet alleen veroorzaakt door de zon, maar ook door de ontvangst van deze heerlijke familie. We hebben nu nog meer zin in de vakantie en kijken vooruit. Samen met de meiden hebben we de eerste kersverse lammetjes beetgehouden en het nieuwe leven een knuffel gegeven. Voor energie zijn we de lange oprijlaan afgereden.........


06 april 2013

Mijn conditie kon niet stuk, dacht ik. Ik kreeg het nog steeds voor elkaar om pr's (persoonlijk records) te halen op verschillende apparaten van de sportschool. Opgezweept door muziek en mooie gedachten kon ik mezelf motiveren om harder en harder te gaan. Een heerlijk gevoel dat me deed denken onoverwinnelijk te zijn. Toch blijk ook ik kwetsbaar te zijn. Dat ik dat op emotioneel vak ben, is geen verrassing maar op conditionele gebied durfde ik weer steeds meer op mezelf te bouwen ondanks mijn diagnose. Ik heb de afgelopen weken regelmatig getwijfeld of ik met sport het proces van kanker zou kunnen stoppen. En misschien is dat ook wel zo, maar met een persoon is het een te klein onderzoek. Woensdag had ik 's morgens al meer last van mijn rug dan de dagen ervoor. Tegen de middag gaf ik mijn vader al aan af en toe even te moeten gaan zitten. Aan het einde van de middag kreeg ik koorts en wist ik dat ik bij 38,5 graden of hoger het ziekenhuis moest bellen. Het advies aan de andere kant van de lijn was om naar de EHBO, tegenwoordig SEH (spoedeisende hulp) genoemd, te komen.
Thuis lag ik op de bank met twee dekens te shaken van de kou, dus erg aantrekkelijk vond ik hun voorstel niet. Bij de SEH aangekomen trof ik gelukkig een mensen-mens verpleegkundige. Zij regelde ondanks de drukte een bed/kar waar ik op kon liggen. Het was inmiddels 20.15 uur. Ik werd samen met Arnout, bij gebrek aan een kamer, op de gang gezet vlakbij de balie. Het bleek het zenuwcentrum van de SEH te zijn. Artsen overlegden vlak voor onze plek en zo kregen we in de vele uren die we er zaten een gratis cursus LOI "Nederland wordt steeds slimmer!".
De mensen-mens verpleegkundige kwam bij mij bloed afnemen voor onderzoek. Ondertussen was mijn koorts opgelopen tot 41 nog iets. Ik had met gemak onderkoelde patiënten kunnen ontdooien. Ik heb heel wat patiënten zien passeren, maar niet een om mijn lichaamswarmte aan over te dragen. Er werden veel ouderen heen en weer gereden. Een meneer had een bebloed gezicht alsof hij flink in elkaar geslagen was. Een ander was weer alleen. Ik had die avond met iedereen medelijden. Ik zou nooit op de SEH kunnen werken, mijn hart zou breken. Dus het enige dat ik vanuit mijn plek die avond kon doen is iedereen bemoedigend toespreken en succes wensen. Tja, wat moet je anders de hele avond doen? Inmiddels was het al bijna 24.00 uur. Bloed was afgenomen, longfoto's gemaakt en mijn PICC-katheter is eruit gehaald al vermoedelijke boosdoener van een infectie. Gevolg: het darttoernooi was weer begonnen.
Even na twaalven kwam een kamertje vrij. De arts had eindelijk tijd er kwam zijn bevindingen melden. Ik moest blijven en wachten (!) op een plek in het ziekenhuis. We pikten op dat door gebekvecht tussen verschillende afdelingen en disciplines dit allemaal niet makkelijk verliep. Ach, dan wachten we toch nog even...... Na drie keer te zijn geprikt voor mijn infuus (waar is Barney als je hem nodig hebt?), werden we om 13.30 uur naar zaal gebracht, niet op een afdeling waar ik hoorde te liggen, maar als gast bij de neurologie.
Arnout kon naar huis en ik naar bed. Ik deelde de kamer met een oudere Turkse mevrouw met een voor mij nog onbekende aandoening. Symptomen, zwaar hoesten, rochelen en het sputum (min of meer succesvol) in een bakje spugen. Vele bakjes werden die nacht door haar gevuld. Ik zorgde ervoor dat de verpleegkundige op tijd gebeld werd om overstroming te voorkomen.....
Mijn ziekenhuiskamercollega bleek geen Nederlands te spreken, toen ze de volgende ochtend werd meegenomen wist ze niet wat er met haar ging gebeuren, ondanks de luide uitleg van de arts. "Kunt u mij horen?" vroeg de arts. Natuurlijk kon de vrouw haar horen, iedereen kon haar horen, ook aan de overkant. De zieke vrouw kon haar alleen niet begrijpen, interessant proces om naar te kijken (en te luisteren) als taalfreak.
Toen de Blauwbilrochel weer terug was, kwam haar familie in rijen van vier op visite. Aan de emoties te zien hing haar leven aan een zijden draadje. Ik vroeg me af ze misschien een BT'er (Bekende Turkse) was. Met zoveel mensen op bezoek moet je wel heel veel familie hebben en bekend zijn in de buurt en omstreken. Van de zorg en betrokkenheid kunnen wij misschien nog wat leren. Van de hoeveelheid mensen op bezoek kunnen zij (ik wil niet teveel generaliseren, dus ik hou het bij die familie en leefgemeenschap) nog iets leren.
Enfin, na twee nachten rochelen en een volle dag visite mocht ik naar huis. Ik denk met plezier en weemoed terug aan mijn ziekenhuisavonturen. Nu zit ik in bed met mijn Ipad op schoot. Ik geniet even van de rust. Even bijkomen van het ziekenhuis.


02 april 2013

De paasdagen waren druk en vol. Veel leuke gebeurtenissen met minstens even leuke mensen. Op zulke dagen vraag ik me regelmatig af of mijn diagnose wel klopt. Of mijn bewust toeleven naar een afgebakende levensverwachting een grap is om me nog meer met een loep het leven te doen beschouwen.
De weerspiegeling van het beeldscherm van de computer laat echter zien dat er wel degelijk signalen zijn van mijn lot. Het aantal haren in mijn wenkbrauwen kan ik tellen. Mijn mascara blijft nog aan slechts enkele wimperharen plakken. Zonder make-up kan ik echt wel doorgaan voor een doorsnee kankerpatiënt.
Met C.T. uit A. (een criminele omschrijving voor iemand die ruim dertig jaar geleden mijn vriendinnenhart gestolen heeft) ben ik naar een voorstelling voor Kika geweest. Zij had mij erop geattendeerd omdat zij een van de theatermakers kent. Dat alles van de voorstelling in het teken van kanker stond, hadden we toen niet gedacht. Een aangename verrassing dus

Veel muziek, veel zang en dans aan elkaar gepraat door twee jonge jongens die met behulp van vleeskleurige badmutsen kaal gemaakt waren. Ik wilde bijna mijn hoofddoek afdoen om naar mijn lotgenoten te zwaaien (bij wijze van). De jonge acteurs speelden samen met Frits Lambregts (wie is er niet mee groot geworden?) een aangrijpend verhaal over kinderkanker.
Frits speelde opa en begon te vertellen over het verschil tussen de impact van kanker bij kinderen en volwassenen. Daar doelde hij niet zozeer op jong volwassenen (waar ik mezelf graag onder schaar), het ging over verschil tussen sterven op een respectabele leeftijd en een leeftijd waarbij we allemaal vinden dat het leven niet eerlijk is. Zijn verhaal zette mij aan het denken.
Wat nou als mijn kind kanker zou hebben? Wat nou als ik van hem afscheid zou moeten nemen? Wat nou als je machteloos moet toezien als je kind pijn heeft? Wat zou mijn leven betekenen zonder zijn bestaan? Hoe positief en opbeurend zou ik dan spreken?
Dan zou ik willen dat ik zijn plek ik kon nemen. Dan zou is smeken om deze deal. Misschien heb ik deze deal al gesloten met het leven. Misschien blijft mijn kind gespaard en offer ik me op. Ik wil deze afspraak wel graag op papier hebben. Dan heeft mijn offer zin. Laat ik afspreken met het leven dat deze deal rond is, dan ben ik tevreden met mijn lot. Het pijnlijke van deze overeenkomst is dat ik ook weer een kind ben van mijn ouders. Ook zij zitten niet te wachten op deze constructie en zouden het zo graag anders zien.
C.T. uit A. en ik (A.D. uit R.) hielden elkaar vast toen een van de twee hoofdrolspelers stierf. Hij sprak de overlevende en achterblijvende jongen toe (in gedachte of als geest). Hij moedigde hem aan niet bij de pakken neer te zitten. Te blijven genieten van het leven en niet steeds stil te staan bij zijn afwezigheid. Dat het bij het maken van een doelpunt toegestaan is om te juichen, dat een verjaardag een reden is voor feest. Een visie die ik al zo lang voel en ook graag zou willen uitdragen. Laat het verlies van een dierbare geen blijvende rem zijn op je bestaan. Lach als je kunt lachen. Juich als je kunt juichen. Je verraadt er niemand mee, je leeft.
C.T. uit A. en ik hebben genoten, gelachen en gehuild. Stevig gearmd zijn we naar huis gelopen. We begrijpen elkaar goed. Ik hou van deze crimineel die al zoveel jaren mijn hart steelt!



30 maart 2013

In deze chemovrije week heb ik meer gedaan dan in alle andere weken bij elkaar. Ik heb twee dagen gestoffeerd in Andijk en samen met mijn vriendin Duvelse zaken gedaan. We droegen tijdens het stofferen allebei een Duvelschort en hebben de eerste dag daarom ook maar afgesloten met een biertje van dat merk.
Omdat ik op zondagavond al richting het West-Friese dorp was gereden heb ik twee nachten en twee volle dagen bij het gezin door kunnen brengen. Wat een heerlijke kinderen en een liefdevolle kersverse echtgenoot. Zichtbaar gelukkig, de liefde voelbaar als een dikke deken bij elke activiteit in het huis Nanne Prins.
We hebben veel gesproken en geen onderwerp vermeden. De dood en de weg ernaartoe kwam regelmatig aan de orde. Mijn vriendin heeft het van heel dichtbij meegemaakt, zij heeft de vader van haar kinderen en partner jarenlang bijgestaan in de strijd tegen kanker. Uiteindelijk was er geen houden meer aan en wist het gezin dat het einde naderde. Het is mooi en goed om te zien dat hij een blijvende plaats inneemt. Dat zijn naam niet onbesproken blijft en dat er ruimte is voor rouw.
Minstens even bijzonder is het om te zien dat het leven ook gewoon doorgaat. Dat er nieuw geluk is met een heel eigen identiteit. Dat het niet een kwestie is van beter, maar van anders en dus ook heel welkom. Mooie mensen die elkaar verdienen en met aandacht voor het verleden het heden omarmen.
Deze week was ook een week van afscheid. Afscheid van Black (geen bijnaam deze keer), een hele goede vriendin van mijn vader. Een vriendin in het kwadraat. Mijn vader heeft de afgelopen twaalf jaar meerdere dagen per week voor haar gezorgd en gewerkt. De vriendschap werd gekenmerkt door wederzijdse interesse, betrokkenheid en zorg. Mijn vader voelde zich helemaal thuis in haar wereld en genoot van de boerderij waar ze woonde en het verzorgen van de tuin.
Vele vakanties zijn er geweest naar Kroatië waar zij zich lieten verwennen in een kuuroord en regelmatig in badjas aan tafel schoven. Soms ging mijn tante mee en een enkele keer ook mijn moeder. Black heeft genoten van de vakanties en van de gesprekken met mijn vader. Mijn vader heeft evenzeer genoten en zal haar dus erg missen. Ik voel het verdriet dat hij voelt. Missen is geen fijne emotie. Zeker niet als er geen sprake is van weerzien.


24 maart 2013

Afgelopen week ben ik met de oncoloog overeengekomen dat ik het medicijn Dexamethason niet meer bij mijn chemo toegediend krijg. Belangrijkste reden ‘het plofkipgevoel’ en de stress met bijbehorende gedrag op vrijdag en zaterdag. Ik heb er steeds bewust op gelet maar ik had het gevoel dat ik als een prop in een vulkaan mijn stroom lava tegen moest houden, alsof ik ongesteld was in het kwadraat.
Risico van het niet toedienen van Dexamethason is een allergische reactie met een mega opvlieger en acute rugpijn. Het was dus spannend. Naarmate de tijd verstreek en de gevreesde reactie uitbleef, wist ik dat mijn experiment geslaagd was. Alsof een raket een goede lancering heeft gehad. Ik besef steeds meer dat ik als ‘patiënt’ mee wil denken over mijn behandeling. Schijnbaar is het nog steeds niet gebruikelijk dat mensen dergelijke voorstellen doen…….Vele patiënten zouden dus zonder het middel kunnen mits er geen negatieve reactie volgt. Ik zou zo zeggen, geef het middel niet, tenzij het echt nodig is. Maar goed, protocollen staan vast en flexibel ermee omspringen is dus afhankelijk van de assertiviteit van de patiënt.
Ondertussen is na vele weken tumormarker in kaart te hebben gebracht een dalende lijn te zien. De behandeling slaat dus aan en we gaan door met de kuren. Ik heb de oncoloog gevraagd of er geen grafiek is waarop ik de daling kon zien. En natuurlijk is in het registratiesysteem een grafiek voorhanden. Je moet er wel even zelf om vragen! Kortom wie goed nadenkt en meedenkt krijgt uiteindelijk alle kaarten wel op tafel. Maar wie niet assertief is zal het moeten doen met wat wordt aangeboden.
Mijn weekend is dus goed begonnen. Zaterdagmorgen alweer vroeg in de sportschool en ook vanmorgen er nog even een bezoekje gebracht. Ik kan maandag en dinsdag niet aan de bak omdat ik zo meteen naar mijn Skatje ga, mijn lieve stoffeervriend en één van de grappigste mensen die ik ken. Samen gaan we scharrelen op een stoffenfestival op zoek naar meubelstoffen voor leuke prijzen. Nadat ik bij hem ben geweest ga ik naar een vriendin in Andijk en ga ik eindelijk de stoel van een collega afmaken. Ik heb zin twee volle dagen met mijn ambacht bezig zijn. Daarnaast ik het fijn om even weg te zijn. Ver van het ziekenhuis en stapels recepten.


20 maart 2013

Ik had bezoek van een vriendin/studiegenoot,/überjuf. Ik had haar bijna anderhalf jaar niet gezien. Te lang naar ons beider smaak, zeker voor zo’n warm contact. Nou woont ze niet naast de deur, dus argument nummer één is al snel gevonden. Verder zijn er de legitieme standaardargumenten van ‘een druk bestaan’, ‘familie eerst’ etc. Toch wil ik een bijzonder argument noemen. De belangrijkste reden was dat ze mij niet durfde te zien. Ze gaf aan geen afscheid te willen nemen.
Jaren geleden is een vriendin van haar in coma geraakt. Aanvankelijk zat ze zeer frequent aan haar bed en las haar voor uit boeken. Naarmate de tijd verstreek werden haar bezoeken minder (zo gaat dat in het normale leven). De vriendin is jarenlang in dezelfde situatie in het ziekenhuis gebleven. Voorlezen was er niet meer bij en regelmatige bezoeken ook niet. Bij het zien van de plaatsnaam (waar haar vriendin woonde) bij de afrit op de snelweg bekroop haar steeds weer datzelfde vervelende gevoel. Het gevoel van nalatig te zijn geweest, maar de drempel om dit te doorbreken was te hoog. Via via hoorde ze dat ze vriendin zwaar gehandicapt uit de diepe slaap was gekomen. Ook toen was de barrière de hoog om te nemen. Uiteindelijk is de vriendin gestorven zonder dat zij haar nog gezien heeft. Het gevoel van onmacht, van gefaald te hebben, van angst om te verliezen en geen afscheid te willen nemen is gebleven.
Mijn vriendin en überjuf is een warme lieve en zeer zorgzaam mens, daar ligt het dus niet aan. Als haar dochter haar niet had geholpen, had ze de stap naar mij ook misschien nog niet gemaakt. Chapeau voor haar dochter! Evenzo chapeau voor haar, ze heeft zich over het gevoel heengezet en de stap genomen. Bovendien is ze zo eerlijk geweest het verhaal aan mij te vertellen. Wat een openheid en leren van het verleden.
We hebben een heerlijke middag gehad met wederzijdse verhalen waar de rauwheid van het bestaan van afspatte. We hebben elkaar allebei iets geleerd. Ik heb haar gerust weten te stellen dat de stap (ook al komt die voor haar gevoel laat) nog steeds altijd een stap is. Je moet het maar durven als er eigenlijk zo’n lading opligt. Ik heb geleerd dat het schijnbaar niet altijd makkelijk is om op mij (of een ander mens met een levensbedreigende diagnose) af te stappen. Dat daar meer achter zit dan geen tijd hebben of vergeten zijn. Mochten er in mijn kring mensen zijn die zich voelen aangesproken, schroom niet, je bent niet te laat. En bovendien ben ik de laatste tijd extra in de ‘vergevingsmood’.
Na het vertrek van de überjuf (zij is echt leerkracht in hart en nieren) kreeg ik van mijn overbuurvrouw een prachtige kaart van de leerkrachten uit mijn coachingsgroep. In de kaart zaten ook nog eens cadeaubonnen voor een flinke lunch (jee, wat kan ik daar veel van eten). Ontroerd door de lieve teksten bedacht ik me dat het weer zo’n mooie dag was die veel te snel voorbij ging.


18 maart 2013

Mijn eerste maandag vrij van werk, tenminste als ik de email even de email laat en me niet weer laat verleiden tot het geven van oplossingen. Ik heb tot een uur of negen in bed gelegen om de vermoeidheid van gister van me af te slapen. Met een suikervrij dropje in mijn mond haal ik het bed af, lucht de dekens en luister ondertussen naar Dr. Phil. Die man heeft echt overal antwoord op. De formule is simpel. Hij vindt dat hij de waarheid in pacht heeft en daarom heeft hij altijd gelijk. Even heb ik weer het gevoel in mijn eerste huwelijk te zijn beland.
Ik weet dat ik rustiger aan moet doen, maar vanwege achterstallig onderhoud besluit ik toch maar alle huishoudelijke taken tegelijk aan te pakken. Matrassen draaien (sorry Arnout, ik kan het niet laten), met mijn favoriete spray stof afnemen en de was strijken. Tijdens het strijken bekijk ik ieder kledingstuk en heb zo steeds een ander verhaal dat in me opkomt. Bij het strijken van mijn pyjamabroek denk ik aan vier jaar geleden. Het is warempel precies vier jaar en één dag geleden dat mijn linker borst werd geamputeerd. Wat een tijd was dat!
Ik denk terug aan de mensen op mijn kamer. Al onze namen begonnen met een A en het duurde niet lang of we hadden de amputatieclub opgericht. Met mijn buurvrouw bedacht ik midden in de nacht de meest bizarre bezigheden die bij onze club hoorde. Zo hadden we drainslingeren als favoriet onderdeel. We voelden ons een stel tieners die op kamp waren en maakten er (ook toen) het beste van. Ik had veel pijn maar onze humor zorgde ervoor dat we onze eigen Cliniclowns waren.
Nu is het vier jaar later. De kanker is terug. Ik heb weer medicijnen. Ik ga weer wekelijks naar het ziekenhuis. Ik kom kilo’s aan door het feit dat ik vocht vasthoud. Voor mijn gevoel staat mijn kop op ontploffen en lijk ik steeds meer op Fester van de Adams Family. Na mijn diepflap operatie was het me gelukt om in een jaar tijd elf kilo af te vallen. Ik voelde me zo geweldig in mijn nieuwe lichaam!
Vol trots had ik maat 38 gekregen. Dat was sinds mijn tienerjaren niet meer gebeurd. Met behulp van mijn boulimia nervosa* (niet meer in uitvoering maar gedachte) heb ik mijn gewicht altijd wel in stand gehouden, maar tegen welke prijs?
De chemo’s en hormoontherapie maken een einde aan de door mij zo gedroomde kledingmaat. Ik sport me een slag in de rondte en toch voel ik me een plofkip. Wat een ieder ook denkt of zegt, ik blijf natuurlijk een obsessief aanhanger van slank zijn. Ik ben jaloers op mensen die zich helemaal senang voelen in hun lichaam ongeacht de maat. Ik zit nog steeds gevangen in de geest van een persoon met een eetprobleem. Zo, dat is eruit. Daarmee is het niet opgelost, maar wel misschien beter te begrijpen voor de buitenwereld.
Gister kreeg ik van mijn geliefde begeleidster ‘Shirley Temple’ een tussenevaluatie op de sportschool. Na acht weken sporten wordt er een soort balans opgemaakt. Mijn gewicht was inderdaad gestegen. Dat gegeven was geen verrassing , maar wat zou er met mijn spiermassa, vetmassa en ,mijn conditie zijn gebeurd na acht weken sporten en elf chemo’s?
Mijn spiermassa was iets toegenomen, mijn vetmassa iets gedaald en mijn conditie was licht gestegen! Wow, ik heb het voor elkaar, ik heb de afbraak staande weten te houden. Ik ga niet opgeven, ik ga door. Morgen zit ik weer op de hometrainer en fiets in gedachten weer naar de mooiste plaatsen, ik ren (stiekem) op de loopband en roei langs de rivier. En tussen de zonnebank (het is een staand model) sta ik te dansen op mijn muziek en zing ik lekker mee. Pearl Jam: Ohoohoo , I’m still alive!

*Boulimia nervosa is een eetstoornis. De belangrijkste kenmerken van boulimia nervosa zijn eetbuien met controleverlies, gedrag gericht op gewichtscontrole en extreme overbezorgdheid over lichaamsvorm en gewicht.


15 maart 2013

Gister heb ik bijna de hele dag doorgebracht met mijn vader. Als je me jaren geleden gevraagd had om dat vrijwillig te doen had ik het voorstel waarschijnlijk afslagen. Dat klinkt hard maar daar ben ik eerlijk in. Ik had toen nog teveel onverwerkte bagage bij me.
Als kind ben ik (net als mijn zus) beschermd opgevoed met veel structuur en regels. Nee had ik, ja kon ik misschien, heel misschien krijgen. Daarnaast werd er van mij verwacht dat ik gemiddeld vier keer per week naar het geloof ging waar mijn vader zich na zijn komst in Nederland bij had aangesloten. De structuur en het dwingende karakter van het geloof riep verzet bij mij op. Waarschijnlijk ben ik om die reden al jong mijn fantasie gaan ontwikkelen om mij in gedachten op andere plaatsen te wanen. Ik kon en kan mij helemaal verliezen in mijn ideeën en daar volledig in op gaan.
In de loop der jaren zijn zowel mijn ouders als ikzelf gegroeid en in positieve zin veranderd. Mijn vader heeft zijn dogmatische levensstijl ingeruild voor een flamboyante manier van doen. Hij is bijzonder meelevend, emotioneel en gul. Hij denkt aan alles en iedereen en geeft cadeaus bij de vleet. Hij spreekt zijn waardering uit voor werkzaamheden en loopt met een doos Merci onder zijn arm voor het verplegend personeel die een goede vriendin van hem verzorgd. Hij is ook (net als ik) het type ‘een compliment denken, is een compliment zeggen’. En laten we eerlijk zijn, als iedereen dat eens zou doen, dan zou de wereld er toch leuker uitzien?
Goed, even terug naar het dagje uit van gisteren. Eerst gingen we naar de garage (mijn vader had alweer een vlaai bij zich voor het personeel). Natuurlijk had hij de 35% korting sticker er al afgepeuterd, want in onze familie gaan we dood voor korting. Na de garage naar de Makro, even naar het ziekenhuis en de Sligro, ook weer voor de aanprijzingen. Samen hebben koffie gedronken, elkaars handen vastgehouden en gehuild. Hij wordt over twee jaar tachtig, hij wil mij niet kwijt. Ik word dit jaar vijftig, ik wil hem niet kwijt. Met een servet van de Makro droogt hij zijn tranen. Ik kijk naar zijn doorleefde handen, zijn nog grotendeels blonde haren en bedenk hoeveel deze man voor mij betekent. Voor hem is het idee geliefden te verliezen ondragelijk. Zijn verdriet raakt me, ik had het graag anders voor hem gewild.
Afgelopen zondag was er een speciale dienst bij het geloof waar ik vroeger zoveel last van had. Ik had toen geen moeite met het gedachtengoed, ik had last van de uitvoering. Ik hoopte op emancipatie, dat mannen en vrouwen door elkaar zouden zitten, dat ik een broek aan zou mogen (ik zat niet naakt, maar had verplicht een rok aan), dat we zouden praten over zaken die mij toen bezig hielden. Maar ik was mijn tijd vooruit. Nu blijken alle ideeën die ik toen had, te zijn uitgevoerd. Niet met revolutie maar door evolutie. Ik heb de dienst niet alleen bijgewoond om mijn vader een plezier te doen, maar ook om vrede te sluiten met de spoken uit het verleden. Het nieuwe gebouw dat volgens de architect een omarming moet voorstellen ,voelde zo. Ik werd geknuffeld, kreeg een aai over mijn bol en een ieder was oprecht geïnteresseerd. Ook Arnout was aangenaam verrast door de eigentijdse uitvoering van het geloof. Op weg naar huis in de auto voelde we ons tevreden met de ochtend.
Ik weet nu hoe vergeven voelt. ‘Loslaten is vinden’ zeg ik vaak. Schijnbaar is een wijze Chinees Loa Tzu me duizenden jaren voor geweest met de uitspraak ‘When I let go of what I am, I become what I might be’. Ik ben blij met mijn gevoel van warmte en geluk als ik mijn vader aankijk. Wat een rust om zaken te laten gaan…….


12 maart 2013

Op mijn werk zijn we gek op metaforen. Ikzelf ben misschien wel de grootste aanhanger als echte beelddenker. Ik heb gister een prachtige aubade gekregen van mijn collega’s. Ik wil het geen afscheid noemen, ik leg slechts het grootste deel van mijn werkzaamheden neer.
‘Afscheid nemen bestaat niet’ zingt Marco B. ‘maar doe het toch maar wel’ zegt de rouwkalender. Dat is ook wel weer waar, dus dit is wel weer een deel van het pad ernaartoe. Ik probeer er alleen woorden voor te zoeken die meer als een pleister werken dan prikkende jodium (metafoor 1). Wat ben ik mijn collega’s intens dankbaar voor alle mooie woorden, voor het maken van een herinneringsboek voor mij, Owen en natuurlijk ook Arnout.
Wat fijn om nu te weten wat mijn rol was. Bijna niet te geloven dat het allemaal goed gekomen is met me. Dat ik een fijn mens wordt genoemd en nederig word ik als ik hoor hoeveel impact ik schijn te hebben op mijn omgeving. Ik heb vaak mijn rol te negatief beoordeeld, aangestuurd door een generatie van ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’. Ik heb altijd een schijthekel gehad aan dat gezegde. Ik heb leerkrachten vorige week nog toegeroepen om alsjeblieft een keer gek te doen en met humor de leerlingen te benaderen. Loop niet de gebaande paden omdat je dat altijd al doet en omdat je ouders dat al deden. Loop de paden die je zelf kiest te lopen.
Misschien maakt deze visie mij apart, anders, moeilijk of boeiend. Mijn collega’s hebben blijk gegeven van waardering. Ik hou ook van mijn collega’s. Ben dankbaar voor alles dat ik in bijna drie jaar tijd heb geleerd. Ik heb mezelf zien groeien in mijn rol als onderwijsadviseur. Een hele eer om dat te mogen zijn. Adviseur ben je bij gratie van de goodwill van de leerkracht. Ik ben nooit leerkracht-af geweest en dat was volgens mij het succes van de onderlinge samenwerking.
Vandaag had ik een gesprek mijn manager. Zij is een oprecht mensen-mens, in haar kracht, in haar kwetsbaarheid. We hebben vooral over mijn pad, over mijn visie op kanker en over mijn kracht gesproken. Bij het verlaten van de werkkamer wilde ik graag nog iets over haar zeggen. Ik heb mijn bewondering uitgesproken voor haar kracht, haar invoelingsvermogen.
Later op de middag werd het me helder, zij (mijn manager) heeft vlees op haar botten. De botten zijn metafoor (nummer 2) voor de organisatie die steeds meer moet werken met ‘targets’ met concreet haalbare doelen, met registratiesystemen etc. Een ‘ratrace’ waar je ongemerkt harder gaat lopen in een tijd die harder lopen verlangt. Toch heeft zij nog vlees. Zij heeft de kracht om empathisch te zijn.
Je kunt als bedrijf (welk bedrijf dan ook) steeds meer bezig zijn met het skelet, de botten. Maar vergeet het vlees niet. Het onderwijs is een mensenbedrijf. Dat vraagt om vlees en botten. Wie alleen nog botten heeft wordt te kwetsbaar, en dat kan ik weten…..


09 maart 2013

Topfit kwam ik gister stuiterend van energie de afdeling aflopen voor mijn jubileumchemo. De tiende keer alweer in drie maanden. Voor het verplegend personeel en natuurlijk ook de altijd aardige receptioniste had ik gezonde paaseitjes meegenomen: cherrytomaten.
Omdat iedereen zo aardig is, en dat zijn ze stuk voor stuk, verheug ik me eigenlijk altijd op een weerzien. Ik weet niet of er een selectie gemaakt wordt in het ziekenhuis per afdeling. Maar mij is opgevallen dat naarmate je een ergere diagnose hebt, de mensen aardiger worden. Dit heeft wel tot gevolg dat aardigheid voor mij nu betekent dat ik denk dat ze weten dat ik kanker heb of dat ik iets ergs mankeer. Maar dit terzijde.
Het eerste middel dat ik kreeg toegediend is duivels: Dexamethason. Even een opsomming van de bijwerkingen waar ik regelmatig last van heb.
Dexamethason bijwerkingen:
-Maag- en darmklachten: Hieronder vallen buikpijn, diarree en maagkramp.
- Verminderde afweer
- Toename eetlust en gewicht
- Vochtophoping: Vooral in het gezicht en de onderbenen, alleen bij langdurig gebruik.
- Stemmingswisselingen
- Dunne en zwakke huid: Bij langer gebruik
- Slecht slapen
Natuurlijk wordt het middel niet gegeven om me te pesten en zitten er meer voordelen aan dan nadelen. Maar wat er niet bijstaat is het feit dat het slaperigheid veroorzaakt op het moment van toedienen. En ook al neem ik me voor dat het me niet gaat overkomen binnen vijf minuten voelde ik mijn luiken zakken. Gelukkig was Arnout mee en voelde ik me niet bezwaard dat ik moest toegeven aan het Doornroosje-effect. Misschien kwam de klap zo hard aan omdat ik gesport had (ik had een pr van 4 km of de crosstrainer in 15 minuten) of omdat ik de week ervoor een chemo-vrije week had. Ik weet het niet maar ik voelde me overvallen en beroofd van mijn kostbare energie.
Na tweeënhalf uur intraveneuze sappen liep ik naast Arnout als een Zombie naar buiten. Ik ben thuis gekomen en heb meteen een plek op de bank gezocht. Dan is geen contact met mensen even het meest waardevolle contact. Er stond me echter nog een visite van de thuisapotheker te wachten. Eens in de maand krijg ik Xgeva (ook weer zo’n heerlijk middel). De vrouw die het me toedient is een geweldig mens, ze is direct en grappig. Ze is zo leuk dat ik me op haar komst nog wel kon verheugen. Helaas heeft het gebruik van Xgeva weer gevolgen voor mijn gebit en ging ze onverrichte zaken naar huis. Zij wilde eerst informatie inwinnen bij de oncoloog alvorens het middel zonder relatie te leggen met andere klachten, toe te dienen. Kijk dat vind ik nog eens visie!
Na haar vertrek heb ik mijn als door een truck geraakte lichaam op de bank weg laten zakken.











07 maart 2013

 Ondanks het feit dat ik de afgelopen dagen me niet constant heb laten leiden door de gedachten dat extra uitzaaiingen tot de mogelijkheid behoorde, is er toch wel wat spanning weg. Ik merkte vanmorgen op de sportschool (daar gaat ze weer, denken jullie misschien) dat ik vele malen meer energie had dan dinsdag jongstleden.
Ik had weer ruimte in mijn hoofd voor nieuwe avonturen, opmerkelijk verhalen en observaties. En observeren doe ik graag. Ondertussen ga ik de vaste stamgasten van Sportcity al herkennen. Vanaf mijn crosswalker* (ik weet eindelijk na 100 keer herhaling hoe het ding heet) zag ik aan de andere kant van de zaal de Wimbledon-man op de loopband staan. Ik hou van bijnamen omdat deze spontaan bij me opkomen en ook omdat ik geen echte namen wil noemen in mijn verhalen. De Wimbledon-man noem ik zo omdat hij tijdens het lopen op de loopband, die hij overigens vasthoudt aan de bovenkant alsof hij windkracht 12 tegen heeft, voortdurend van links naar rechts kijkt. Hij kijkt alsof hij de sportzaal scant op zoek naar vrouwelijk schoon. Het kan ook zijn dat hij ADHD heeft, maar deze veronderstelling werd onderuitgehaald door het gedrag dat ik even later observeerde.
Mijn persoonlijk begeleidster van de sportschool, Shirley Temple maar dan de oudere en donkere versie, gaf om klokslag 10 uur buikspier-
oefeningen. De meeste vrouwen hadden zich als geïnstalleerd op een matje en een plek in de zaal gezocht. De Wimbledon man zocht als laatste een plekje, één met het mooiste uitzicht. Het was vergelijkbaar met de zoektocht in een reisgids (bestaat die nog?) naar het beste hotel. Toen de oefeningen begonnen veranderde zijn hoofbewegingen van horizontaal links-rechts naar verticaal op-neer, alsof hij controleerde of een lantaarnpaal wel goed in de verf staat. En dan te bedenken dat hij dit ritueel een aantal keren per week herhaald. Heerlijke taferelen om naar te kijken.
Het leuke van dergelijke opvallende types is het feit dat ze bestaan. Ik ben de Wimbledon-man dankbaar voor het plezier dat hij me onbewust biedt. Ik probeer zelfkritisch te blijven door mezelf te vertellen dat het alleen de top van de ijsberg is die ik zie en dat ik een persoon moet kennen om te oordelen. Maar soms (correctie: vaak) is mensen kijken zo leuk. Ondertussen heb ik zonder erbij na te denken mijn op één na beste training gedaan sinds ik met de sportschool ben begonnen. Niks geen energieverlies. Sport en emotie zijn zo nauw verbonden. Dat geldt althans voor mij.
Shirley Temple wist me overigens te vertellen dat andere sporters haar vragen stellen over wat er met mij is. Zij vertelt hen dat ze dat ook aan mij kunnen vragen. Schijnbaar blijft het moeilijk voor mensen om direct een vraag te stellen. Ik denk dat ik een t-shirt laat maken met de tekst: 'Je kunt me alles vragen.' Dan kan ik ze vertellen dat ik niet zielig ben, dat ik niet ziek ben ,maar dat ik kanker heb. Kanker is geen ziekte. Want als je ziek bent dan voel je je niet goed, of je ligt in je bed. Dat kan mij ook overkomen, maar dat is nu (nog) niet het geval. Misschien is kanker een aandoening, ook dat woord bevalt me niet. Want ik heb niet het gevoel dat het me wordt aangedaan. Ik heb meer het gevoel dat kanker me wordt aangeboden. Ja, kanker is een aanbieding. Dat klinkt helemaal goed ( Normaal gesproken ben ik gek op aanbiedingen, maar als ik kon kiezen had ik deze laten liggen). Synoniemen: voordeel, bod. Kanker schept kansen en geeft uitdagingen. Ik zie het als een uitdaging om het leven dat al de moeite waard was, nog meer waard te laten worden.

Extra aanvulling en overdenking na een aantal uren:
Ik probeer het begrip kanker een plaats te geven, zoals vele anderen dat waarschijnlijk geprobeerd hebben. Kanker zonder echt ziek te zijn is ongrijpbaar. Omdat het veel goeds brengt kan ik het geen ziekte noemen. Omdat ik niet het gevoel heb dat ik het met opzet heb gekregen kan ik het geen aandoening noemen. Daarom is kanker voor mij (en iedereen is vrij daar anders over te denken) een aanbod.Het biedt me namelijk een periode waarin ik tijd heb mijn leven te beschouwen. Een unieke kans waar niet alle mensen de tijd voor krijgen of nemen. Door te beschouwen ontdek ik nog meer dan voorheen wat er allemaal te zien en te horen is. En dat is heel veel.
Ik kan me voorstellen dat mensen die hun geliefden hebben zien lijden ( en geloof me, dat heb ik ook gezien) en hebben verloren, mijn visie naïef en zelfs kwetsend vinden. Maar lijden en pijn vallen onder het begrip ziek zijn, dat is anders dan leven met de diagnose kanker. Mijn behoefte om begrepen te worden is groot. Vooral omdat het omdat het over een gevoelig onderwerp gaat.

* Shit zelfs na 100 keer weet ik nog niet dat het ding crosstrainer heet!



05 maart 2013

Gister stond mijn dag onverwacht langer in het teken van het ziekenhuis en alle ingenieuze apparatuur dan ik vooraf had kunnen denken. Gewapend met mijn Ipad (bijna een goede vriend) ging ik de kamer van mijn oncoloog binnen. Omdat ik nogal vergeetachtig ben, had ik een digitale lijst gemaakt van al mijn klachten. Ik plaatste mijn “maatje” pontificaal op tafel zodat mijn arts, trouwens een ongelooflijk aardige vrouw, de hele lijst inclusief vragen goed kon lezen.
Gek genoeg baarde de pijn (ach, wat is pijn?) aan mijn bovenbeen, die aanvoelt als een schaafwond, haar het meeste zorgen. Ze ging acuut de neuroloog bellen en bezigde artsenregister. Ondertussen ben ik best wel thuis in de medische terminologie en hoorde ik haar met haar amice praten over een jonge vrouw (dat moest ik zijn, want er was verder niemand in de kamer) met uitgebreide metastasen, over te wel uitzaaiingen, in de ruggengraat en bekken.
De neuroloog raadde aan spoedig een MRI te maken en voor de overige klachten, namelijk die van de kaakpijn, hoofdpijn en vergeetachtigheid een CT-scan te laten maken van het hoofd. De uitroeptekens die mijn arts op het papier plaatste kwamen niet geruststellend over. Voor ik het wist lag ik (er viel een afspraak uit) vijftien minuten later onder of in de MRI tunnel. Sinds een slechte ervaring vier jaar geleden raak ik behoorlijk in paniek bij dergelijke onderzoeken, maar daar had ik nu geen tijd voor. Ieder nadeel hep z’n voordeel, om oppergod Cruyff maar even te citeren.
Aansluitend aan de MRI kreeg ik meteen de CT-scan. Na drie uur intensieve ziekenhuisbeleving verliet ik mijn derde huis en besloot ik naar mijn werk te gaan.
Gelukkig hadden mijn roomies (kamergenoten) tijd voor mijn verhaal en ben ik verder wat aangeslagen van alle avonturen achter mijn pc gaan zitten. Pas later op de middag ben ik gaan bedenken welke consequenties eventuele slechte uitslagen kunnen hebben. Als ik dan moet kiezen tussen mijn benen of mijn hoofd, dan maar de benen. Nooit gedacht dat ik dat zou zeggen als diehard (nou ja, dat valt wel mee) hardloper. Maar Ben Howard zingt het mooi: Keep your head up, keep your heart strong, keep your mind set.
Op naar morgenmiddag half vier, dan weet ik weer meer.


03 maart 2013

Het is zeven uur zondagochtend. Ik heb net mijn warme bed verlaten omdat woorden door mijn hoofd dansen als op een screensaver van een computer . Arnout vraagt waarom ik opsta. Ik antwoord: ‘Ik heb inspiratie, dat is de prijs die je betaald voor succes. Je bent met een schrijver getrouwd.’ Zinnen die je vaak alleen in boeken leest waarvan de auteur een iets te groot ego heeft.
Gisteren keek ik in de spiegel om mijn hoofddoek recht te trekken en ontdekte naast mij een meisje met een prachtig naturel gezicht en donker geverfd haar met krullen. Eigenlijk vond ik haar gezicht nog mooier dan haar krullen, maar besloot dat het veiliger was een compliment over haar haar te maken. Ze zei: ‘Sinds ik gezonder eet is mijn haar een stuk mooier.’ Gezien haar postuur trok ik de conclusie dat ze waarschijnlijk anorexia nervosa heeft gehad, dat klopte.
Het meisje van amper twintig leek het niet erg te vinden dat ik er vragen over stelde en we kwamen in een bijzonder gesprek. Ik vertelde haar dat ik na een jeugd met veel restricties ook een tijdlang bulimia nervosa heb gehad. Ze vroeg hoe ik ervan af was gekomen. Ze leek nog zo op zoek naar antwoorden voor zichzelf. Zo desperaat om rust te vinden in een identiteitsloosheid tijdperk. Ik had met haar te doen. Ik had ook met mezelf te doen. Want wat was die tijd moeilijk. De zoektocht naar een eigen ik is zwaar. Ik denk dat iedereen die fase wel heeft gehad. Ik heb in ieder geval in mijn twenties behoorlijk gestreden en ik zeg eerlijk, dat was zwaarder dan de uitdaging waar ik nu voorsta.
Ik heb ruim een kwartier met het meisje gepraat. Ik heb haar verteld dat het wel goed komt. Dat ze bezig is met het leggen van het fundament waarnaar ze straks gaat terugkijken als een goede en bewuste strijd. Ik heb haar aangeraden om iedere dag minnen en plusjes te zetten op een kalender om zo echt wel de conclusie te trekken dat het leven de moeite waard is, dat goede gesprekken en ontmoetingen daar ook bij horen en kleine dingen waar je blij van wordt. Ik voelde me even haar tutor en wilde dat ook graag zijn. Ik wilde haar vertrouwen geven in de toekomst zodat ze de eetstoornis te boven komt. ‘Zoek je talent en doe er iets mee, sporten is alleen maar een medicijn tegen het terugvallen in oude gewoontes. Accepteer maar even dat je het soms niet weet en wees lief voor jezelf’. Tegen wie sprak ik eigenlijk? Ik heb haar een knuffel gegeven en mezelf vergeven voor mijn dwalingen. Wat een bijzondere ontmoeting. Een vette plus op mijn kalender.


28 februari 2013

Ik observeer een vader met kind op een schommel. Ze hebben samen lol.
Ik denk terug aan de tijd dat mijn zoon (Owen) die leeftijd had. Ik woonde al alleen met hem en nam het grootste deel van de zorg voor mijn rekening. Het was hard werken, maar altijd nog beter dan een slechte relatie én een kind om voor te zorgen.
Ik heb tien jaar samen met Owen in Laakkwartier gewoond. Op vrijdag en zaterdag sliep hij naast mij. Zijn gegiechel, zijn humor, zijn prethumeur…wat een heerlijk kind. Hij kon zichzelf uren vermaken met Duplo en schateren als zijn, zo hoog mogelijk, gebouwde toren omviel. Zonder dollen een mooi kind om naar te kijken.
Nu bijna achttien jaar na zijn geboorte probeer ik nog wel eens dat lieve kleine jongetje in hem te herkennen. Zijn hoofd is veel vierkanter geworden, hij is langer en heeft geen kleuterbuik meer. In plaats daarvan is er een sixpack en de Roosvicee is eveneens vervangen door een sixpack. Hij slaapt niet meer naast mij in het weekend maar naast zijn prachtige vriendin. De Duplo is verkocht en ingeruild voor Durex.
Ik heb vroeger ook met hem geschommeld. Ik dacht niet na over de duur van het leven. Ik had toen voor ogen dat hij misschien op een dag vader zou worden en zijn kinderen mee naar huis zou nemen, dat ik zou gaan oppassen op zijn kroos dat waarschijnlijk als twee druppels water op hem zou lijken.
Allemaal dromen die zo vanzelfsprekend zijn en die iedere ouder misschien wel een keer voor ogen ziet.
Ik hoop dat ik mijn zoon ‘op de rails’ kan zetten. Dat ik heb misschien wel twintig zie worden. Dat hij dan weet hoe hij naar zijn vriendin moet rijden met de auto zonder tomtom. Dat hij dan niet zo vaak meer een plant nadoet maar meer initiatieven zal nemen, waaronder het lezen van mijn blog met terugwerkende kracht. Nu zit dat er nog even niet in en is hij volledig volgens het boekje een jonge man met alle kenmerken van een volbloed puber (de appel kotst niet ver van de boom).
Misschien moet ik me zorgen gaan maken als hij ineens verandert en thee gaat zetten voor zijn moeder in plaats van twintig minuten zijn haar föhnen en zeggen dat hij voor thee zetten geen tijd heeft. Als Rammstein zingt: ‘Du bist das schöntste Kind, mir ist auch das böse gut’, dan denk ik aan mijn mooie zoon en aan onze beperkte tijd met elkaar. Dan hoop ik dat alles nog even blijft zoals het nu is.


26 februari 2013

Ik weet dat ik veel over sporten en de sportschool schrijf. Ook vandaag kan ik het weer niet laten. Ik heb namelijk een idee. En ja, ik weet, ik heb er vele….
Mijn hersens staan nooit stil en mijn handelen evenmin. Dus ik ben vandaag het gesprek aangegaan met de manager van de sportschool. Kan Sportcity niet een sportschool worden met een aantekening? Een aantekening dat kankerpatiënten verantwoord begeleid worden door iemand met expertise over sport en kanker. Ik zelf vind het een veel beter alternatief dan alleen maar sporten met coneheads in een sportzaal die qua entourage een bijna-dood-ervaring oplevert.
Nee, ik denk dat het geweldig is om mee te blijven doen in de maatschappij, soms lotgenoten te ontmoeten en tegelijkertijd te weten dat je verantwoord bezig bent. Dat willen we toch allemaal?
Wie mij goed kent, weet dat ik idee niet zal loslaten en als een pittbull zal proberen om het mogelijk te maken. Ik heb al beloofd als intermediair een balletje op te gooien bij het ziekenhuis. Heerlijk, ik heb er weer een doel bij.
Maar natuurlijk wil ik niet alleen kankerpatiënten stimuleren om te sporten, ook rokers, bankzitters, mensen die zeggen een Bourgondische levensstijl te hebben als excuus voor overgewicht, hardcore zuiplappen (ik voel mezelf aangesproken), mensen met schimmelnagels, mensen met een winterdip…..ik wil ze allemaal aan het bewegen krijgen. Want het werkt. Het werkt voor mij al meer dan 25 jaar. Het is nooit te laat om te beginnen. Je hoeft niet naar de sportschool, kies iets dat bij je past en leef!
Mijn BMI is gemeten, mijn spiermassa en wat nog meer. Mijn spiermassa is er 2% op achteruit gegaan. Ik liet me even uit het veld slaan. Dat na alle inspanning! Maar wat was er met me gebeurt als ik niets had gedaan? Laat ik vieren dat ik energie heb. Laat ik dankbaar zijn voor een nieuwe omgeving waardoor mijn wereld niet kleiner wordt. Ik heb er een hoop vriendelijke en oprecht zorgzame mensen bij in mijn leven.


20 februari 2013

                      

De lente arriveert met gemengde gevoelens. Ik verheug me erop om over een paar weken ‘onbezorgd’ buiten te lopen en zelf mijn tijd in te kunnen delen, een midweek te gaan stofferen bij een lieve vriendin in Andijk en niet meer gebonden te zijn aan werk of andere verplichtingen.
Toch voelt het ook raar. Vandaag nog met collega’s door de duinen gelopen. Pratend over het leven, maar ook nog over het werk. Ik hoor nu nog bij het HCO. Een bedrijf waarvan ik jarenlang hoopte dat ik ooit de vaardigheden zou hebben om er te mogen werken.
Wow, wat keek ik soms (en nog) op tegen de trainers van het HCO. Ik benijdde ze om het feit dat zij werk deden dat ik wilde doen. Voor een groep staan…. De ultieme onemanshow voor en door volwassenen.
Ik heb er jaren voor gewerkt om mijn podium het mijne te maken. Het lef te hebben en te denken dat ik een boodschap heb die ertoe doet. De eerste anderhalf jaar combineerde ik het nog met een studie Nederlands waar ik gemiddeld 25 uur voor aan de eetkamertafel zat en mezelf bijna alles (ja, ook de kroeg en hardlopen) ontzegde. Ik liep op vrijdag stage in het vo. Ik kan het bijna niet bevatten dat ik daar de energie voor had. Maar mijn LMI (Life Mass Index) is hoog. Volgens mij behoor ik tot de zwaardere gevallen
Het laatste jaar groeide mijn zelfvertrouwen en heb ik het gevoel gekregen één van hen (HCO’ers) te zijn geworden (en dat met behoud van eigen stijl en eigenschappen). Vorige week gaf ik de laatste grote studiedag met een zeer dierbare collega. Alles moest in het Engels. De vonken spatte ervan af. De chemie tussen haar en mij, en daardoor met de groep, was geweldig. Ik waande me in het theater. In gedachte stond ik in de spotlights. Zeker toen ik applaus kreeg.
Dat applaus kreeg ik door mijn oprechte verhaal over wat er onder het topje van de ijsberg zit. Wij wilden mensen inzicht geven over het verhaal achter het verhaal, met als doel onderling begrip en respect te krijgen voor hun collega’s. Zij mochten van mij en mijn collega opschrijven wat ze dachten. Wie ze dachten dat we waren, achtergrond, karakter etc. Zij hadden nooit gedacht en kunnen bedenken dat mijn collega al vijf jaar zonder haar geliefde partner moet leven en alleen moet zorgen voor haar zoon. Ze hadden ook zeker niet verwacht dat iemand met een pruik en acht chemo’s in haar lijf met zoveel enthousiasme een studiedag zou geven. Vandaar het applaus…….voor mij, maar ook voor mijn collega.
Ik heb mijn doel bereikt. Ik kan het, ik durf het. Ik heb mijn podium gekregen. De lente komt, de krokussen scheuren de bodem open. Ze vertellen me dat het tijd is om me op andere zaken te focussen.


16 februari 2013

Gister een schitterende dag. Ondanks het feit dat een groot deel in het ziekenhuis afspeelde, heb ik me prima vermaakt. Om tien uur gisterochtend moest ik me al melden. Ik moest de tijd doorbrengen op de chemoafdeling totdat er een plekje zou zijn om een nieuwe PICC katheter te plaatsen.
Om half twaalf was ik al aan de beurt. Een apart soort verplegend personeel zorgt ervoor dat patiënten op de goede plek terecht komen. Ik was blij dat ik in gezelschap was van mijn lieve vriendin anders was ik niet met het gniffelende, wat kromgebogen, mannetje mee de lift in gegaan. Hij had zo een eigenaardig lachje dat ik het gevoel had in een Efteling attractie terecht te zijn gekomen.
Gelukkig was de attractie van korte duur. De verpleegkundige die mij beneden ontving voor de ingreep, bevrijdde mij van zijn gezelschap. Ik zei tegen haar: ‘Apart mannetje…. ‘ Zij zei: ‘Waarom?’ Toen ging ik me toch een beetje zorgen maken.
Gelukkig bleek deze keer de ingreep een succesvolle onderneming. De chirurg was in een goede stemming. Volgens mij was het dezelfde als vorige keer, maar zeker weten doe ik het niet. Hij zei dat hij toen wel gewerkt had. Het was toen
2 januari dus het feit dat hij toen geen geslaagde missie uitvoerde wijdde ik aan het feit dat hij misschien de dag ervoor teveel gedronken had. Ik heb van hem een mooi katheter gekregen in mijn linker bovenarm. Ik vroeg hem of ik met het ding in de sauna mag, hij had er geen antwoord op. De sauna vond hij nogal claustrofobisch. Ik grapte dat hij dan de deur maar open moest laten staan. Ja, zei hij en geen hete kachel, maar wel de dames (het liefst veel) en warm mocht het er ook wel zijn. Ik bedacht me ineens dat ik wel een erg sexy body aanhad en vroeg me stiekem af of hij dat misschien ook sexy vond. Toch blij dat er tijdens de ingreep een lap over me heen lag.
’s Middags hebben mijn vriendin en ik de V&D geplunderd van de laatste 70% korting koopjes. Bij de servicebalie stond een uitermate chagrijnige mevrouw. Ik vroeg haar of ze haar dag niet had. ‘Waarom?’ : vroeg ze. ‘U ziet er zo verdrietig uit’: zei ik om haar op te vrolijken. Ik kreeg meteen geen Valetijnskorting meer. Gelukkig is dat op de parterre door collega’s die het leven nog wel zagen zitten rechtgetrokken.
Terug op de chemoafdeling heb ik mijn tumormarker gezien op het scherm van de afdelingssecretaresse. Mijn marker is met 19 punten gedaald! Dat is maar mooi 11.7%. Tevreden heb ik de chemozakken tot mij genomen en mijn 8e chemo met plezier aanvaard.
Vanmorgen stond ik om 9.15 in de sportschool. Ik ben gaan roeien, fietsen, crosstrainen en rennen op de loopband. Tijdens het crosstrainen keek ik door het grote raam naar buiten. Naar de wereld waar ik zoveel in gerend heb. Op zoveel plekken hardgelopen en genoten. Arnout stond aan de overkant op een onmogelijk apparaat wat a-motorisch te bewegen. Hij en de wereld door het raam. Met zijn mond liet hij zien dat hij Rammstein op had staan: ‘Ohne dich kann ich nicht sein – Ohne dich’. Ik keek weer naar de wereld door het raam en dacht: ’Ik hoop maar dat het meevalt.’



12 februari 2013

Een bezoek aan de oncoloog. Mijn PICC katheter is ontstoken. Het ding moet er onmiddellijk uit. Ik heb er maar anderhalve maand gebruik van kunnen maken. Vrijdag krijg ik een nieuwe, nu aan mijn linker arm. Ik hoop dat de chirurg een beter humeur heeft dan de vorige keer en me zal begroeten.
Ik word gevraagd of ik nog andere klachten heb. Ja, ik heb kiespijn. De tandarts kan niets vinden. Is het wel een kies? Of komt het door het plekje ergens in mijn hoofd dat op de botscan te zien is…
Om de paar uur neem ik paracetamol in. De Lyrica (tegen zenuwpijn) moet ik per vandaag verdubbelen.
Vrijdag breng ik de hele dag door in het ziekenhuis. Om 10 uur aanwezig zijn en wachten tot er plek is voor het plaatsen van de katheter. Ik word tussen de andere afspraken door geholpen. Pas aan het einde van de middag zal ik, na mijn 8e chemo te hebben ontvangen, weer naar huis gaan.
De pijn in mijn rug voelt als een kokosmat die op mijn rug gedrukt wordt. Ik kan me dat nog herinneren van toen ik klein was. Dan rolde ik erop tijdens het stoeien met mijn zus. Niet echt een dramatisch gevoel, maar ook niet iets waar ik op zit te wachten.
Ik besef dat ik wacht op het moment dat pijn een constante factor is en het ziek-zijn zal beginnen. Nu heb ik alleen nog maar kanker, ik ben niet ziek. Medicijnen en bijwerkingen maken ziek. En naarmate de behandelingen voortduren is er geen ontkomen aan.
Vandaag geen vrolijk stukje, vandaag de andere kant van het verhaal.



11 februari 2013

Je kunt alles van twee kanten bekijken en dat doe ik dan ook voortdurend. Vanwege drukke werkzaamheden is het er vorige week niet van gekomen om naar de oncogym (zo noem ik de sportactiviteiten bij het Rode Kruisziekenhuis onder begeleiding van een fysiotherapeut) te gaan. Ondertussen heb ik mijn draai in ‘mijn sportschool’ Sportcity te Rijswijk ook al gevonden. Het is dus al wetenschappelijk verantwoord om de twee locaties te vergelijken, maar eindelijk gebeurde het spontaan.
Toen ik vanmorgen mijn entree bij de oncogym maakte ontdekte ik, naast een aantal kersverse oncosporters, ook een oude radio. Als een kind zo blij wilde ik het ding wel zoenen. JP (onze enige oncoman) en ik bogen ons over het apparaat alsof we eindelijk na jaren ‘radio Oranje’ konden ontvangen terwijl we ons verheugde op een vers gekookte tulpenbol. De muziek op de radio maakt ons meteen duidelijk dat het 2013 was en ik draaide de volumeknop flink om zodat ook anderen misschien een noot zouden kunnen horen. JP maakte meteen duidelijk dat het te hard was en met hangende schouders besloot ik meteen maar weer mijn MP3 met Rammstein op te zetten (toch een beter alternatief).Mijn poging om letterlijk wat meer leven te blazen in de oncogym werd in de kiem gesmoord.
Hoe anders ging het er gisteren aan toe in de sportschool om 9.15 uur ’s morgens. Vrolijke muziek, schone apparaten en natuurlijk weer de sportschoolmedewerkers. Een van hen zou mij het Fit & Fun-circuit uitleggen. Hij heeft een beetje het gezicht van het logo van stripblad ‘Mad’. Hij vroeg mij of ik een blessure had en mijn spontane antwoord was: ‘Behalve botkanker heb ik geen blessures haha’. Een veel te harde grap waar ik onmiddellijk al spijt van had. Maar mijn Mad-boy liet zich niet van zijn stuk brengen. Sterker nog hij bleek een soort humor te hebben die prima bij de mijne past. Hij trok rare bekken, deed TellSell-commercials na en heeft me oprecht geïnspireerd. Vanaf nu is Mad-boy mijn favoriete sportbonk.
Na de instructie ben ik mijn gewone programma gaan volgen. Ik heb op de loopband gerend met het uitzicht op een zonnige straat, wit van de sneeuw. De heerlijke muziek op mijn MP3 zorgde voor een roes waarin ik mij dansend op de band voortbewoog. Wat een feest!
Vandaag bij oncogym was het ook wit, maar dan van de witte muren waaraan apparaten hangen die me bewust maken dat ik in een ziekenhuis sta. Omringd met lotgenoten die bij elkaar minder haar hebben dan Kojak in zijn hoogtijdagen. Een van de nieuwkomers werd gehaald door haar man, het voelde een beetje raar een ‘vreemde’ die ons bekeek als een mand vol surprise-eieren.
Beide sportfaciliteiten hebben hun voordelen. Ik neig meer mijn voorkeur uit te spreken voor de ambiance van ‘Sportcity’. Bij oncogym lig je daarentegen wel onmiddellijk in het ziekenhuis als je van de loopband valt, dat kan je van de sportschool dan weer niet zeggen.


09 februari 2013

Het is 4.45 uur vrijdagnacht of zaterdagochtend.
Het is maar net hoe je ernaar kijkt.
Ik heb gister alweer mijn 7e chemo gehad. Nog steeds heb ik niet het gevoel dat de chemicaliën me op de knieën krijgen, dus dat maakt me een strijdbaar en tevreden mens.
Ik heb de afgelopen week zulke heerlijke dagen gehad met zulke waardevolle ontmoetingen. Vorig weekend een kleine reünie met collega’s van het ‘Medisch Kleuter Dagverblijf’ waar ik jarenlang heb gewerkt. Een tijd waarin mijn collega’s bijna allemaal ook vrienden waren omdat we naast het werk tijd hadden voor intermenselijk contact, nog niet gehinderd door SMART geformuleerde doelen en bizarre bezuinigingsmaatregelen.
Dinsdag heb ik na de sportschool, koffie gedronken bij een oude maat waar het soestige gevoel van vroeger gewoon weer volledig aanwezig was. We kennen elkaar al 30 jaar. Wat een tijd en wat gebeurt er veel in een mensenleven. Al luisterend naar elkaar stelde ik, met soms wat schaamte vast, dat ik er ook niet altijd voor hem ben geweest. Iedereen leidt zijn eigen pad en sommigen kruisen we regelmatig en anderen weer minder. Het zij zo.
Nog een absolute bijzondere ontmoeting had ik met Dr.Drost in het Antonie van Leeuwenhoek ziekenhuis. Een geweldige mens, alternatief, woest haar en hoge robuuste hakken onder haar witte doktersjas. Zij heeft zich na haar opleiding tot arts gespecialiseerd in het tatoeëren van littekens en tepels op gereconstrueerde borsten. Ze is een vriendin van mijn favoriete arts Dr. Posch, zij heeft een borst gebouwd uit mijn buikvet. Samen hebben zij een ander mens van mij gemaakt. Met hun humor, hun menselijkheid en inzet is er donderdag een punt gezet achter mijn renovatie. Drost heeft letterlijk een punt op de i gezet. Of op de b, want is het mijn buik, borst of implantaat? Het maakt niet uit. Ik ben af! Een miljoen keer dank.
Ik zat afgelopen week te huilen toen Arnout thuiskwam. Hij vroeg zich bezorgd af waarom ik in tranen was. ‘Ik heb zo een fijne dag gehad’ snikte ik. Wie wil er nou gedag zeggen tegen oude maten of nieuwe maten? Ook al hebben de oude maten ondertussen weer nieuwe maten….. (hoe ambigu?)



05 februari 2013

Ik heb van de week een gesprek gehad met mijn manager op het werk. Ondanks het feit dat ik heel graag werk en met veel plezier leerkrachten begeleid, wil ik aan mijn pensioen beginnen. Ik wil niet dat het klinkt als een zielig verhaal, maar als de juiste stap om mijn leven nu nog een wending te geven die nodig is om zaken te doen die voor mij en anderen belangrijk zijn om te doen. Mijn motto: loslaten is vinden, maak ik nu (bijna) waar.
Ik zal moeten loslaten om tijd te vinden voor mezelf. Ik schaam me bijna als ik het zeg. Ik wil graag ’s morgens naar de sportschool en dan een kopje koffie drinken. Ik wil graag aan de slag met ‘Conviva’ en mooie kussens maken en de ‘Wiegwam’ ontwikkelen. Ik wil genieten in de lentezon.
Ondanks mijn regelmatige hoofdpijn en pijn in mijn onderrug, is alles tot nu toe prima te dragen. Dus wil ik mezelf vanuit een vastgeroeste familietraditie opleggen door te gaan tot het gaatje. Opvoeding schud je niet zomaar van je af. Toch probeer ik op advies van mijn lieve vrienden en vriendinnen goed te luisteren naar mijn innerlijke stem.
Het is nu bijna twee maanden geleden dat de oncoloog me met een bedroefde blik het slechte nieuws vertelde. Ik word bijna iedere nacht wel een aantal malen wakker. Meestal kijk ik meteen naar de tijd die op het plafond geprojecteerd staat. Als het nog erg vroeg in de nacht is, baal ik enorm. Dan moet ik nog zo lang wachten voordat de dag begint. In tegenstelling tot twee maanden geleden sta ik nu vaak vroeg op. Dan is de dag lang en kan ik er zoveel mogelijk uithalen.
Als ik ’s nachts wakker word, denk ik eigenlijk niet echt meteen aan de tijd. Ik denk als eerste aan het lot dat mij en mijn gezin te wachten staat. In het donker is er weinig afleiding en is de waarheid nog confronterender en rauwer. Ik weet niet hoeveel dagen er resten, ik weet niet in welke conditie of mobiliteit. Ik weet dat ik het graag anders had gewild. Ik zet me niet af tegen het lot, ik accepteer mijn pad. Maar jammer is het op z’n minst. Want ik heb het goed, ik ben bovengemiddeld gelukkig. Ik heb een man uit duizenden en een zeer bijzonder en grappig kind. Bovenal heb ik zoveel bijzondere mensen om me heen die ik mijn vrienden mag noemen. Loslaten om te vinden is niet eenvoudig.


02 februari 2013

Door de oncologische gym heb ik de smaak te pakken gekregen van ‘de sportschool’. Meteen heb ik de stoute gympen aangedaan ben bij twee sportscholen gaan kijken. Het is tenslotte erg belangrijk om een fijne sportomgeving te hebben. Na een fijn intakegesprek met ene Ellen, heb ik besloten om bij Sportcity in Rijswijk een abonnement te nemen. Morgen krijg ik de eerste echte rondleiding, maar ik kon natuurlijk niet wachten en ben vrijdagmorgen voordat ik naar mijn 6e chemo ging alvast op onderzoek uitgegaan.
Aangezien ik niet als een beginner wilde overkomen heb ik geprobeerd met zo adaptief mogelijk op te stellen en soepel en nonchalant over te komen. Als een ware routinier haalde ik het pasje door het apparaat. Ik werd meteen digitaal welkom geheten, fijn!
In de kleedkamer heb ik de grootste kledingkast gepakt (met mijn medische achtergrond vind ik dat ik daar recht op heb).
Boven aangekomen ben ik op de roeimachine gaan zitten. Dat apparaat hebben ze bij oncogym ook, dus daar hoef ik geen instructie voor. Met een elegante zwaai heb ik het apparaat gestart en ben ik gaan roeien. Om mij heen geen echte concurrentie dus ik kon mijn eigen race roeien. Aangezien het erg saai is om recht vooruit te staren doe ik meestal mijn ogen dicht en start mijn mentale fotoboek. Ik waag me op de Vliet richting Leiden en weet zelfs langs welke huizen ik roei. Na een aantal minuten heb ik mijn ogen geopend en kwam ik erachter dat er naast mij een man (fit en fanatiek) was komen zitten. Ik kon het niet laten om harder te gaan roeien en wilde op z’n minst even hard roeien. Ik probeerde mezelf te sussen maar werd meegezogen met een zinloos fanatisme en heb natuurlijk geprobeerd om een blijvende indruk te maken op mijn concurrent.
Na vijftien minuten te hebben geroeid ben ik gaan fietsen op de hometrainer. Technisch gezien een makkelijk onderdeel. Tijdens het fietsen heb ik mijn ogen weer gesloten en me voorgesteld dat ik, nu langs te Vliet naar Leiden te fietste. Als ik zo nu en dan mijn ogen opende observeerde ik andere sporters om af te kijken hoe ik op andere apparaten en machines aan de slag zou kunnen gaan.
Mooie jonge instructeurs in de twintig lopen tussen de, soms al bejaarde, sporters door. Ik kan me levendig voorstellen hoe ik in mijn tiener jaren stapel verliefd had kunnen worden op de anderhalve meter hoge knappe spierbonk.
Nadat ik op een aantal, voor mij veilige, apparaten heb gesport waagde ik me op een machine waar enige instructie misschien wel handig voor was geweest. Ik geef mij niet graag gewonnen en begon enthousiast op de crosstrainer. Ik had de beweging niet erg goed in de vingers, een aantal jongens staarde mij wat meewarig aan. Ik de spiegeling van het glas zag ik dat mijn motoriek zwaar te wensen overliet. Toch wil ik niet opgeven en probeerde ik de jongens zo goed mogelijk te imiteren. Ik was blij toen er 12 minuten voorbij waren.
Om mijn ronde compleet te maken begaf ik me nog even naar een light fitness circuit. Ik ben enthousiast begonnen. Maar klaarblijkelijk had ik de instructie naast het apparaat niet goed begrepen. Ik werd benaderd door de drie turven hoge spierbonk en kreeg liefdevol uitleg. Ik ging bijna blozen. Hij had me door, ik heb niet kunnen verbergen dat het mijn eerste keer was. Als ik met een opgeheven hoofd de zaal verlaat ben ik toch ook wel trots. Ik gaf de spierbonk in mijn enthousiasme een knipoog en dacht bij mezelf: Ik sport, dus ik ben!


30 januari 2013

Gister was ik op de begrafenis van een groot sportman. Velen van onze vereniging waren aanwezig. Ik heb hem in 2008 leren kennen. Een man van toen 61 jaar. Vele marathons heeft hij gelopen, meer dan ik op mijn handen tellen kan. Daarnaast was hij ook actief met wandelen en langlaufen. Samen hebben we talloze pogingen gedaan om de rek- en strekoefeningen die onze trainer gaf correct uit te voeren. Vanwege zijn iets te bolle buik kon hij niet zo gemakkelijk bij zijn tenen komen, daar zag hij gelukkig de humor van in. Hij had zijn sporen ruim verdiend in de sport. Naast een sportman was hij een lieve vent, zo’n man die niemand kwaad doet en door iedereen geliefd is. Ik baal dat hij niet van zijn pensioen heeft kunnen genieten.
Gister waren er gelukkig mooie woorden en werd hij goed geschetst door een oude loopmaat. Ik had ook nog zoveel woorden voor hem (in mijn hoofd). Maar eigenlijk ook nog wel veel vragen. Vragen die ik nooit gesteld heb en waar ik pas bij zijn afscheid deels antwoord op heb gekregen. Raar eigenlijk dat we pas bij een afscheid iemand zo goed leren kennen. Jammer ook dat ik mijn vragen niet eerder gesteld heb (ik durfde het ook niet). Gelukkig heb ik hem de afgelopen jaren regelmatig kaarten gestuurd en hem geknuffeld als ik hem zag. Ik voel me niet schuldig en het is ook niet de bedoeling dat anderen dat doen. Ik wil alleen stilstaan bij mijn handelen. Heb ik me door mijn drukke bestaan laten ‘ontmensen’?
Ik ben een mensen-mens. Ik wil een mensen-mens zijn en blijven. Ik wil vragen blijven stellen, ik wil de complimenten die ik denk ook blijven zeggen. Ik wil zo graag dat mensen die mensen-mens zijn zichzelf bewaken voor ontmensen. Want met de drukte van alle dag, is het maar zo gebeurd.


27 januari 2013

De pruik die ik draag als ik naar mijn werk ga noem ik standaard ‘mijn cavia’. Als ik mijn cavia afwerp en op mijn bureau zie liggen lijkt het zo’n ruigharig soort met vele kruinen. Zevenhonderd euro kost een pruik. Omdat ik extra verzekerd ben, kan ik me een mooi exemplaar veroorloven. Vrouwen met een basisverzekering kunnen (denk ik) slechts een toupet krijgen voor het bedrag van €395. Sneu als je erover nadenkt.
Flip mijn cavia staat symbool voor ‘undercover kankerpatiënt‘ zijn. Niemand (die me niet kent) weet wat ik mankeer of wat er schuilgaat achter mijn synthetische blonde lokken. Soms heel erg prettig. Soms ook lastig omdat een ieder die me ziet een vitaal en fit persoon ziet en dat schept de nodige verwachtingen die is soms niet meer kan waarmaken.
De dagen vlak na mijn chemo staat Flip geduldig te wachten. Ik heb geen zin in de wereld om me heen. Laat mij maar urenlang strijken en tv kijken. (Dit is overigens geen uitnodiging om was voor anderen te gaan strijken. Dat gevaar schuilt natuurlijk altijd in het maken van een dergelijke opmerking.)
Er zit veel voordelen aan kaal zijn. Het scheelt veel tijd, niet föhnen, geen haarlak, geen gel, geen elastiekjes. Uiteindelijk zou je denken dat ik dus geld bespaar. Ware het niet het feit dat ik altijd een enorme voorraad aan haarlak, gel en elastiekjes in huis heb. Ik ben nogal gek op aanbiedingen….. Het gevolg is een voorraad producten waarmee ik een mini-Kruidvat filiaal zou kunnen openen. Ik denk dat de vriendin die het eerste jarig is nu weet wat ze gaat krijgen.
Morgen weer Flip op en semi-undercover de wereld in. Na dagen van snotteren (verkoudheid) en strijken en tv kijken is dat weer een prettig vooruitzicht.


Reacties