Het is bijna twee weken terug dat ik me voor de laatste keer misselijk voelde. Ik zegen de dagen. Waarschijnlijk heeft mijn huisarts (en reddende engel) er haar vinger op weten te leggen wat de oorzaak is van het gevoel dat steeds mijn geluk tergt. Obstipatie is waarschijnlijk de reden waarom mijn voeding steeds aan de verkeerde kant mijn lichaam verlaat. Ik gebruik veel morfine en andere medicijnen die verstopping tot gevolg hebben. Ook middelen die specifiek tegen misselijkheid zijn hebben helaas deze vervelende bijwerking. Het was dus tijd voor een reorganisatie van alle middelen. In overleg met alle verschillende partijen (zoals al eerder gemeld de arts zelf, de oncoloog en het palliatieve team) is er nu een (hopelijk) gebalanceerd pillendieet uit komen rollen.
Ik krijg tegen de misselijkheid een middel dat als van ouds in de psychiatrie gebruikt wordt tegen psychoses. Het middel Haloperidol wordt vooral gebruikt bij acute psychiatrische 'opwindingstoestanden' en acute psychosen. Mocht ik dus ineens last krijgen van allerlei vage 'opwindingstoestanden', dan ben ik daar ook meteen aan geholpen. Het is maar net wat er verstaan wordt onder opwinding. Bovenmatig vrolijk zijn blijkt er ook bij te horen. Ergens hoop ik dat een dergelijke toestand me overkomt aangezien het erg aantrekkelijk klinkt.
De dagen zonder antiperistaltische bewegingen zijn mijn betere dagen. Ik heb nu wel meer pijn dan voorheen. Het kan zijn dat het nu meer opvalt omdat ik daar meer tijd en aandacht voor heb. De bot- en zenuwpijn zijn echter redelijk goed te bevechten. De morfinepleister is opgehoogd tot 150mg, men hoopt daarmee een spiegel te creëren die ervoor zorgt dat ik mijn pijnonderdrukking zo min mogelijk met neussprays en lollies hoef aan te vullen. Het is zoeken naar een balans en die lijkt er voor nu even te zijn, ook al merk ik wel dat ik het bijna niet durf te vertrouwen. Het is dat moment nadat je urenlang de hik hebt gehad en je niet durft te geloven dat je middenrif eindelijk echt rust heeft. Zo voel ik me nu alle keren nadat ik een langdurige relatie heb opgebouwd met het porselein van Sfinx.
De betere dagen hebben me de kans geboden naar een alumnibijeenkomst over poëzie te gaan van de lerarenopleiding. Ik hoopte daar oud-leerlingen aan te treffen waarmee ik in de periode van 2009 tot 2011 gestudeerd heb, ook hoopte ik op een ontmoeting met NdP (docente Nederlands). Dat ik NdP zou treffen had ik wel verwacht, maar dat ik de kans zou krijgen BB (docent schrijven) persoonlijk te bedanken voor de liefde voor het echte schrijven, had ik niet gewacht. Ik was natuurlijk weer zwaar tot tranen geroerd toen ik hem mijn dankbaarheid toonde. Tijdens de workshop die hij gaf snapte ik weer en nog beter waarom ik met nog meer plezier dan ooit te voor ben gaan schrijven. Hij weet met zijn humor een stuk beton nog enthousiast voor taal te krijgen.
Toen ik NdP leerde kennen als docent was er niet meteen sprake van wederzijdse liefde, maar naarmate de tijd verstreek begreep ik steeds meer dat ik het van haar mentaliteit moest hebben. Ze wist te prikkelen en hield me scherp. Na twee jaar keihard werken en vele irritaties ten aanzien van het instituut Hogeschool Rotterdam vroeg ik haar mij te beoordelen aan het eind van de rit. Haar kritische blik leverde mij een prachtige eindcijfer op, maar ook een mooie afsluiting van een periode waarin ik van laatste chemo naar diploma was geleid. Het weerzien van Ndp was hartelijk en ze vertelde me nog steeds mijn blog te volgen. Ik schijn voor haar met mijn schrijven de stem van haar aan lympeklierkanker overleden zus te vertegenwoordigen. Haar zus sprak nooit over haar ziekteproces noch sprak ze over haar naderende dood. Door mijn gedachten te lezen denkt NdP enigzins te weten te komen wat haar zus hersenspinsels zijn geweest. Ik vind het een hele eer en ben blij dat ik zo een eervolle rol mag spelen in iemands leven.
Ik heb tijdens de poezieworkshop een gedicht geschreven. Ik probeerde net als alle anderen goed mee te doen. Ik waande me weer even een collega van deze groep Nederlandse docenten. Mensen die vertelden hoe weinig tijd ze hebben om bezig te zijn met de leuke kanten van het vak en opgeslokt worden door het drukke bestaan in het onderwijs. Ik probeerde me voor te stellen hoe het voor me zou zijn om gewoon maar één dag mee te doen met de malle molen van het leven. Ik merkte meteen al mijn beperkingen. Het is voor mij niet eens meer mogelijk om me er een voorstelling van te maken, laat staan om weer mee te doen. Met verdriet heb ik moeten vaststellen dat ik zelfs met dagdromen niet meer weg kan komen.
Ik moest denken aan een zin die een man op de tv zei. Hij zei: "You don't know how much keeping me alive is killing me". Het lijkt klaagzang, maar het geeft weer dat 24/7 ziek zijn en langzaam van het pad afglijden een pittige als even arbeidsintensieve taak is. Ik wil ontmoetingen zoals afgelopen bijeenkomst op de HRO in een gouden lijstje stoppen. NdP heeft me weer gemotiveerd om door te gaan met schrijven. Ik wil mijn gedachten blijven verwoorden zeker als ik niet alleen mezelf daarmee bedien maar ook nog eens anderen. Ik moet me niet teveel van slag laten brengen door mensen die een andere visie op me hebben dan wie ik feitelijk ben. Ik ben er nog steeds te gevoelig voor. Je zou toch denken dat het nu eindelijk wel eens gaat lokken om het oordeel van vreemden links te laten liggen. Tja, ik heb gemerkt in gesprek met 'mijn spiegelbeeld' dat het niet alleen mij overkomt, maar zelfs de meest standvastig lijkende personen. Ik ben blij met de gesprekken. Ik ben blij met alle bijzondere ontmoetingen de afgelopen tijd/jaren, ook die lijst ik in. Er ontstaat een mooie galerij aan mooie momenten.
Ik wil tot slot toegeven dat het me tijdens deze slijtageslag van het leven is overkomen dat ik alleenzijn niet meer fijn vind. Ik ben graag in iemands gezelschap die me de ruimte geeft om mezelf te zijn. Ik merk dat ik mijn creativiteit beter benut als ik een buddy in mijn buurt heb. Lieve Chris heeft dit vorige week gedaan door bij mij haar 'thuiswerk' te doen. Zij haar ding, ik mijn ding. Het voelde zo fijn. Het heeft geresulteerd in het feit dat mijn wade eindelijk af is en ik dus een heel belangrijk onderwerp van mijn agenda kan schrappen. De wade spookte maar door mijn hoofd, vooral op dagen dat ik me niet goed voelde, nu hoop ik van die hersenschim af te zijn en me te richten op andere zaken die ook makkelijk door anderen kunnen worden gedaan, of juist door extra dingen te doen die ik nog zo graag wil doen.
Bij tijd en wijle staat mijn naaimachine in de keuken, dicht bij de drukte van alle dag. Ik ben dus eindelijk zover, toegeven dat samendoen nu fijner is. Ik hoef het niet meer alleen. Ik kan het misschien wel, maar ik hoef het niet. Zolang als ik de luxe heb dat ik kan en mag kiezen voel ik me toch weer een gezegend mens die voor nu wel weer zin heeft in het leven, ondanks de slijtageslag. Is het zwak om iets niet alleen te kunnen? Ik geloof het niet.
Laatste nieuws:
Mijn vader heeft vandaag na een week van onderzoeken in het Reinier de Graafziekenhuis te horen gekregen dat hij een driedubbele bypassoperatie zal krijgen. Hij liep al een tijdje met klachten totdat ze zodanig werden dat de ambulance hem naar het ziekenhuis moest brengen. Even leek het allemaal met een sisser af te lopen. Helaas wordt het een flinke operatie en zit er niets anders op dan een pad van spannende momenten en revalidatie te volgen. De wachtlijst bepaalt wanneer mijn vader aan de beurt is. Tot die tijd ga ik zo regelmatig mogelijk op bezoek en blijf ik hopen dat het allemaal mee zal vallen.