De bloemenman

Zo’n drie jaar geleden klampte de bloemenman van de Rijswijkse markt zich aan mij vast. Hij had net te horen gekregen dat zijn vrouw ongeneeslijk ziek was en wilde weten of ik beter was en er dus ook redding voor zijn vrouw mogelijk zou zijn. In die tijd was ik me nog niet bewust van mijn lot en was ik dus een voorbeeld voor de ontredderde bloemist. Niet lang daarna kreeg ook ik mijn nieuws te horen en leefden we dus jarenlang met elkaar mee. Bijna iedere week wisselden we informatie uit over welke behandelingen we hadden en over de stand van zaken.
Zaterdag werd MJ, de vrouw van de bloemenman begraven. Pas 51 jaar oud en nog vol in het leven. Ik had zoveel over haar gehoord en haar nog nooit ontmoet, toch voelde ze zo dichtbij. Tijdens de eredienst werd er een tijdlijn geschetst. Zo kwam ik nog meer over haar te weten. De hele ceremonie liet me niet koud. Wat heb ik een verdriet gevoeld. Niet alleen om haar en haar liefdevolle partner, maar ook om wat ons te wachten staat. Het is zo vergelijkbaar, alsof we in een spiegel van de toekomst keken.
Twee weken geleden kwam mijn ‘kistenmaker’ mijn baar/kist brengen. Het grootste deel is klaar en ik was tevreden. De sfeer was heel losjes en niets voelde zwaar. De baar werd achter uit zijn oude brik gehaald en ons huis binnen gesjouwd, een vreemde gewaarwording. Ik wilde graag mijn lijkwade in de baar leggen maar deze was nog heel stoffig van al het schuren. Dus er zat niets anders op dan de baar/kist zonder deksel te stofzuigen. Het moet een komisch plaatje zijn geweest. Ik die mijn laatste meubelstuk aan het stofzuigen was.
Mijn ‘kistenmaker’ is een uiterst serieus persoon en gaat met zeer veel respect om met de ideeën die ik heb omtrent mijn hele ceremonie en alles wat erbij komt kijken. Ar en ik zijn veel luchtiger en zien overal de lol van in. Zo kwamen we zelfs tot het moment dat ik in mijn wade in de baar lag en al kletsend vertelde dat het allemaal wel meeviel om zo proef te liggen. Ik ben gewoon blij dat ik weet wat me te wachten staat en dat alles naar wens is. Van het kastanjehout dat extra is aangeschaft zal mijn ‘kistenmaker’, die overigens een goede vriend van me is, een bank maken. Het wordt een prachtige herinneringsbank die buiten voor de deur komt te staan.
Ik heb het de afgelopen dagen erg zwaar gehad. Ik had erg weinig energie en wilde alleen maar slapen. Als een dergelijke periode zich aandient ben ik bang. Bang dat ik nooit meer uit het dal zal kruipen. Ik heb namelijk hiervoor zulke fantastische dagen gehad. En dan voel ik me zo werelds en zo aanwezig. Dan ben ik weer vergelijkbaar met wie ik altijd was. Maar als de slaap het wint van mijn energie, dan is het duister en vult mijn hoofd zich met sombere gedachten. Dan ben ik radeloos en op zoek naar mijn identiteit.
Sinds 1 april ben ik ontslagen. Ik heb twee jaar ziektewet volbracht en dan is de koek op. Nooit meer een medewerker van het HCO, het is zo een rare gedachte. Ik hoor nu helemaal toe aan het UWV en ben afhankelijk van hun bijdrage. Niet dat je me hoort klagen, ik ben allang blij dat er dergelijke regelingen zijn en dat we in een land leven waar we verzekerd zijn van een inkomen, ook als we niet meer in staat zijn in het arbeidsproces mee te draaien. In andere landen hebben mensen het een stuk beroerder.
Ik was van plan nog meer te schrijven, maar de woorden die ik had bewaard hebben even mijn hoofd verlaten. Ik zoek en denk weer aan MJ de vrouw van de bloemenman. Ze had haar lieve partner pas een jaar of twaalf geleden leren kennen en ze waren pas tien jaar getrouwd. Ze waren zo verschrikkelijk gek op elkaar en hadden het zo goed samen. Hoe oneerlijk is het leven dan toch. Ar en ik kennen elkaar ook pas sinds 2006. De tijd is zo snel gegaan, de tijd is gevlogen. Van de acht en een half hebben we al zes jaar last van die *** kanker. FDKK! Ik roep het in mijn hart ook voor MJ en de bloemenman.
Ook Mark Bos een journalist waar ik in een eerder blog over schreef is op zevenenveertigjarige leeftijd overleden. Hij heeft zich met hand en tand verzet tegen zijn lot. Hij heeft zich ingezet om betere behandelingen af te dwingen bij ziekenhuizen. Hij wilde niet dat alle kankerpatiënten als éénhapsworsten worden behandeld. Naast deze strijdvaardige man blijven er nog maar weinig mensen over met kanker die ik volgde. Ze vallen langzaam weg. Ik schrik ervan. Alleen Thé Lau (de zanger van de rockband The Scene) is nog over van de lotgenoten waar ik extra aandacht voor heb. Het zegt natuurlijk niets over mijn lot, maar toch, het maakt het allemaal wel spannend en verdomd dichtbij.