Op tijd

Ik had zoveel plannen voor vandaag. Om half tien begon ik met schrijven. Ik schreef dat ik alweer badend in het zweet wakker was geworden, angstig voor de dag die zal komen, vooral voor het feit dat ik alle plannen die ik heb niet zullen worden uitgevoerd. Ik baal omdat het alweer anderhalf uur later is. Ik heb tv gekeken, naar een serie die ik al bijna twintig jaar volg. Ik ben er ooit mee begonnen omdat het er altijd slechter ging dan in mijn eigen leven en dat troostte mij in barre tijden. Gelukkig gaat het er nog steeds minder aan toe in de serie en het maakt dat ik even vergeet dat ik besta en dat mijn zweet vertegenwoordiger is van mijn angst.
Van de week was ik een viertal dagen op pad met mijn ouders. We liepen door prachtige steden die nog een zwaar middeleeuws karakter hadden. De schoonheid van die steden deden me eveneens wegdromen. Als kind had ik dat al, ik wilde weten hoe het was in die tijd te leven en fantaseerde erop los. Mijn liefde voor kunstgeschiedenis vooral van kleding en interieur is in die tijd ontstaan. Ook toen waren mijn ouders erbij en het voelde alsof we een stap terug deden in onze eigen geschiedenis. Het is een hele ervaring om weer zoveel dagen van ‘s morgens tot ‘s avonds bij elkaar te zijn. Nu gelijkwaardig met een hele eigen kijk op het leven, maar genietend van dezelfde pittoreske dorpen en steden.
Mijn ouders maken zich zorgen, zorgen om mij. Net zoals ik me zorgen maak om Owen. Het zijn zorgen van dezelfde strekking. Beide maken we ons zorgen om te verliezen. Het is zo lastig om aan dit gevoel een juiste vorm te geven. Hoe kan je zonder paniek dit pad bewandelen en rustig blijven. Is rustig blijven sowieso wel het juiste advies? Zou het niet heerlijk zijn om een keer heel hard te schreeuwen, om te gooien met servies of ruiten in diggelen te smijten? Rustig blijven lijkt zo een verstandig advies maar is dat het ook? Wat is rustig? Ik loop vast in het zoeken naar de juiste vorm om mezelf gelukkig te voelen.
De dood is een partner geworden die steeds aanwezig is in mijn gedachten, 's nachts meer dan overdag. Maar omdat ik slaappillen gebruik word ik me daar het meest in de ochtend bewust van. Ik denk dat daarom het zweet me letterlijk uitbreekt, steeds weer die gedachten als ik wakker word. Ik zou zo graag een dagje vrij zijn, zo graag 24-uur een 'normaal' mens. Vier dagen vakantie hebben me al iets meer bevrijd van dat gevoel. Mijn lieve man is dan naast me en we beleven allemaal op een gelijkwaardige manier hetzelfde. Het kan helaas niet altijd vakantie blijven.
Over een aantal maanden is Owen klaar met de opleiding. Rond maart volgend jaar hoopt hij te gaan werken voor defensie en hij is volop bezig met solliciteren. Toen hij een aantal jaren terug zijn keuze maakte heb ik mijn verzet tegen het leger opzij gezet en geaccepteerd dat defensie zijn toekomst zou worden. De wereld leek toen ook nog redelijk in balans en de missie in Afghanistan werd afgerond. Ik vreesde niet veel behalve dan dat hij zich misschien zou gaan vervelen. Hoe anders is het nu met de dreiging van de IS en de missies in Mali. Ik moet eerlijk zeggen dat ik de zenuwen krijg van al het geweld en voor het eerst sinds mijn adolescentie me zorgen maak om de vrede in de wereld. Enger vind ik het nog met de gedachte dat mijn kind misschien wel deel zal nemen aan een toekomstige missie. Alhoewel ik dat met grote waarschijnlijkheid niet mee zal maken blijf ik het een weerzinwekkende ervaring vinden.
Owen heeft elke drie weken bivak. Hij loopt stage in Schaarsbergen en brengt dan dagen en nachten door in het bos. De nachten zijn soms koud en nat. Tijdens een van zijn laatste nachten begon het te spoken. Niet echt, maar in het hoofd van mijn zoon. Voor het eerst in alle jaren dat hij weet dat ik ongeneeslijk ziek ben, werd hij zich bewust van ons naderend afscheid. Hij kon dit gevoel op dat moment niet met mij delen omdat er geen telefonisch contact is toegestaan. Hij had het zwaar. Alleen in het donker werd hij gekweld door zijn angstgedachten. Voor het eerst zag hij de feiten onder ogen en dapper als hij was deelde hij zijn smart met zijn maten. Pas op donderdagavond stuurde hij mij een app. Ik wilde op dat moment zo graag bij hem zijn en hem vasthouden. Ik wilde hem wiegen en het liefst vertellen dat het allemaal maar een boze droom was.
Pas vierentwintig uur na zijn app en telefoontje kon ik mijn zoon vasthouden. Wat was het fijn om hem zo oprecht en met liefde te kunnen troosten. Hij weet niet half wat het voor mij betekent dat hij wakker is geworden. Ik was zo bang dat het nooit ging gebeuren. Nu heb ik het gevoel dat ik grip krijg op het leven. Hij was altijd al een heerlijk kind, maar mijn gevoel lijkt nu nog wel intenser. Hij staat open voor wat we elkaar nog te bieden hebben. Hij kan me op tijd deelgenoot maken van wat er in hem omgaat en dat maakt het allemaal acceptabeler. Hij en ik. Hij, ik en Arnout. We hebben nog tijd. God, wat ben ik dankbaar dat de nacht mijn afstammeling alert heeft gemaakt.
Ik heb mijn plannen voor vandaag laten varen. Het is niet erg. Ik heb me net gelukkig geschreven. Mijn kind is mijn alles. Natuurlijk moet ik dan ook Arnout en alle anderen vermelden waar ik van houd. Maar mijn kind is mijn alles zoals ik ook alles ben voor mijn kind. Ik voel het en weet het. Ik ben zo blij dat hij mij gevonden heeft en schuldgevoelens hem bespaard zullen blijven.
Omdat het vandaag een hangdag is, heb ik een aantal tv-programma's gekeken. Het laatste was 'Over mijn lijk', een programma waarbij jonge mensen worden gevolgd die te horen hebben gekregen dat ze ongeneeslijk ziek zijn. De leeftijd varieert van 18 tot en met 35 jaar. Een van hen gaat regelmatig met de hele familie (zo'n vijfendertig man) naar een vakantiebungalow om, zoals ze zei: "Herinneringen te maken". Het is een vijfendertigjarige moeder met een zoon van pas 1 jaar. Terwijl het kind in haar groeide vrat de kanker ook een plek in haar lichaam. De woorden die ze sprak sloten prachtig aan bij de overwegingen die ik zojuist over mij en Owen heb gehad. Ze zei: "Bij de geboorte van je kind word je je bewust van je eigen sterfelijkheid. Ik hoop dat ze het redden samen zonder mij. Natuurlijk redden ze het samen zonder mij, maar ik had er wel graag bij willen zijn”. Het is zo mooi en raak gesproken. Zo denk ik er ook over. Ik mag dan ook nog eens heel dankbaar zijn dat ik bij mijn kind heb mogen blijven tot aan zijn volwassenheid.
Patrick Lodiers van BNN stelde confronterende vragen. Ze zetten me aan het denken. Hoe is het om te leven zonder hoop op een toekomst. Het is aan de slag gaan met de essentie van het leven. De essentie van het leven heeft me altijd al geïntrigeerd, maar het is het enige wat nu rest om mee bezig te zijn. Een cursus Chinees is voor mij volledig zinloos en zonde van mijn tijd. Nee, in plaats daarvan ga ik liever herinneringen maken. Ik ben blij dat nu iedereen in mijn omgeving meedoet om dat mogelijk te maken. Het is net alsof ik op zee schipbreuk heb geleden en we precies op tijd de laatste man aan boord hebben gehaald.