Ondanks het feit dat ik overdag bijna geen opvliegers meer heb, word ik nog steeds iedere nacht badend in het zweet wakker. Waarom dit zo is, is me een raadsel. Ik vraag me af of het te maken kan hebben met angst, bang voor wat er gaat komen. Gedurende de dag heb ik daar weinig last van, maar ik weet niet wat het onderbewuste bij een mens doet. Ik probeer mezelf te snappen, maar het is niet eenvoudig.
Wat moet ik doen met de dagen die gaan komen? Hoe geef ik er een zinvolle ingeving aan? Wat is zinvol? Het liefst zou ik het willen kunnen opbrengen om de boeken die in mijn kast staan te gaan lezen. Ik heb echter al moeite om de krant te lezen. Dit heeft niet alleen te maken met een korte spanningsboog, maar ook met het feit dat mijn contactlenzen aan mijn ogen blijven plakken omdat ik te weinig oogvocht aanmaak. Daardoor zie ik per keer dat ik met mijn ogen knipper wisselend scherp en onscherp. Schrijven is daardoor ook al niet echt makkelijk.
Ik heb het boek van Anne Frank niet eens gelezen. Eigenlijk wel een gemis wetende dat het een van de meest gelezen boeken van de wereld is. Ik zou zo graag een aantal literaire hoogstandjes uit de Nederlandse literatuur willen lezen. Het zou mijn studie Nederlands wat meer inhoud geven. In plaats van lezen, heb ik geprobeerd luisterboeken te beluisteren. Iets waar ik een groot voorstander van ben omdat het zo een laagdrempelige vorm van genieten van boeken is. Maar nu val ik in slaap en sla ik helaas hele stukken over die essentieel zijn om het verhaal te snappen.
Deze week ga ik voor het eerst sinds tijden weer naar mijn oncoloog. Ik wil haar vragen of ik een botscan kan krijgen. Ik heb behoefte aan meer duidelijkheid. Het jaar 2015 is alweer een kwart voorbij. Mijn conditie is op dit moment vrij goed. Ik heb al weken het gevoel dat ik aan de beterende hand ben, iets wat feitelijk helemaal niet zou kunnen. Natuurlijk ben ik heel erg moe, heb ik behoefte aan slaap en heb ik wel last van mijn benen. Maar verder valt het allemaal zo mee, dat ik het allemaal niet meer zo goed snap. Vandaar dat ik wil weten hoe de stand van zaken wat betreft mijn botmetastasen is. Ik hoef verder niets te weten over de rest van mijn organen, ik ben eerder een soort van nieuwsgierig.
Mensen vragen me wat ik met de informatie ga doen die uit het onderzoek komt. De vraag is of mijn oncoloog me er sowieso niet van zal weerhouden om het onderzoek te doen. Haar kennende zal ze het me afraden. Ik denk dat ze het me afraadt omdat de informatie me niets zal brengen. Wat heeft het voor een zin om te weten dat de botmetastasen verder zijn uitgebreid? Beschadigde botten helen niet. Maar toch, is er niet een heel klein kans op een wonder? Je hoort toch wel eens van die wonderbaarlijke gevallen en dan moet er toch vastgesteld worden dat er tekenen zijn van verbetering? Ik merk dat ik in een tweestrijd zit. Ik geloof eigenlijk helemaal niet in wonderen, maar ik hoop er wel op. En laat mij nou net dat wonder zijn……
Het onderzoek zou kunnen uitwijzen dat de uitzaaiingen heel langzaam gaan en dat ik dus kans heb op een langere tijd op aarde. Die tijd wil ik zo graag zin geven. In die tijd wil ik genieten en initiatief nemen nog meer goed bezig te zijn. Laat ik de kansen grijpen om er zoveel mogelijk voor vrienden te zijn. Als het dan geen Anne Frank wordt dan maar iets anders zinvols. Vooral het samenzijn is zo een heerlijke ervaring. Ik heb dat vorige week weer in het bijzonder ervaren. Ik werd door mijn vriendinnengroep verrast op een hele creatieve manier. Verkleed als oude dames stonden ze voor de deur om mijn 80ste verjaardag te vieren.
Ar had mijn vriendinnen ingeseind met het feit dat ik als ik 80 zou zijn geworden ik graag had willen sjoelen en bingoën. Zo gebeurde het ook. Iedereen had wat lekkers mee genomen. Gehuld in bloemetjesjurken met steunkousen aan hebben we het feest gevierd dat ik nooit echt zal gaan vieren. We hebben gekke foto’s gemaakt en op de grond gelegen van het lachen. Op de muziek van ‘Little Richard’ hebben we gezongen en het was zo fijn om met een hele groep te zijn. Ik ben dan altijd zo blij dat mijn vriendinnen elkaar zo goed kennen en het een steeds innigere groep wordt. Ik ben er trots op dat iedereen elkaar kent en close is.
Ik weet niet of gekkigheid ook valt onder het leven zin geven. Ik geloof het eigenlijk wel. Mijn leven lang heb ik heel veel gelachen en gein uitgehaald. Ik ben blij dat die gein nu door mijn vrienden voor mij verzonnen wordt. Voor mij is het soms lastig om nog helemaal zo gek te zijn zoals ik altijd was. Ik heb de humor nog wel in me maar het moet af en toe door anderen weer even losgemaakt worden.
‘Het Achterhuis’ ligt naast me op tafel. Zal ik er dan maar aan beginnen? De geschiedenis van de zingeving is mogelijk even oud als de mensheid zelf. Een proces waar ik me aan over moet geven. Misschien dat ik met het lezen van het boek nog weer een hele nieuwe dimensie kan ontdekken. Ik hoop dat het me lukt om wakker te blijven en te winnen van die enorme kracht die me steeds in slaap doet vallen. Misschien heb ik morgen weer een betere en wakkere dag. Het wisselt per dag, per uur en per minuut.
Ondertussen ben ik naar mijn oncoloog geweest. Gezien de traagheid waarmee mijn uitzaaiingen zich voortzetten, ziet ze geen nut in het maken van een scan. Ik zou niets hebben aan de informatie. Ik heb de ziekte, ze kan het aan me zien. Ze ziet hoe ik langzaam verzwak en gewicht verlies. Er is niets aan te doen behalve me erbij neer te leggen. Dat ene wonder waar ik op hoopte ben ik niet. Ik heb het te doen met de feiten.