Tot ruim twee weken geleden voelde ik me prima. Het kon niet op. Nu voelt het indrukken van het toetsenbord al als een zware fitnesstraining. Ik heb het benauwd, mijn longen reutelen. Ik ben bang. Ik herken dit gevoel van mezelf, ik heb dit eerder gevoeld. Nu ben ik ruim drie maanden verder en vele kilo's lichter. Mijn lichaam dat deze tegenslag moet dragen wordt steeds zwakker en kan slecht herstellen. Daarom ben ik dus bang. De downfall, ik kan er geen ander woord voor bedenken, dat bootje dat de waterval afvalt. Vrijdag kwam de huisarts, mijn hulpvraag wordt serieus genomen.
Dat mijn energie minder is dat wist ik wel al, ik had het geaccepteerd. Dat had ik al eerder gemeld. Toch liggen er nog klussen die ik wil doen die me doen zweten. Ik wil mijn wade maken. De stof ligt klaar, vroeger zou ik mijn hand er niet voor omgedraaid hebben, maar nu is het een ingrijpende onderneming. Ik zou de klus over kunnen dragen, maar ik ben een echte perfectionist (zeg maar zeikerd) en dat weten anderen ook, dus wie wil dat nou op zich nemen? Zodra ik nu opkrabbel zal ik toch echt spijkers met koppen moeten slaan. Gewoon doorzetten, maar dat denk ik al maanden en de missie blijft maar liggen.
Ik heb de neiging om me te isoleren. Ik neem niet graag de telefoon op omdat ik mijn eigen verhaal niet wil horen en dus ook niet wil vertellen. De boosheid dat mijn goede weken weer even voorbij zijn, mijn verdriet. Ik kan er niet goed mee omgaan. Ik denk terug aan de nieuwjaarsreceptie bij het Proeflokaal. Ik was eindelijk weer een keer in mijn geliefde stamkroeg. Alle bekende koppen waren aanwezig. De stemming was uitgelaten, 2015 was begonnen. Ik kon me goed vinden in de sfeer en de bubbels vloeiden rijkelijk.
Ik voelde me als vroeger, als iets meer dan twee jaar geleden. Tijdens het nummer 'New years day' van U2 ben ik met behulp van Ed Kar en Arrie op de barkruk geklommen en heb gedanst, geheel volgens mijn reputatie. Ik heb heel vaak op tafels en stoelen staan dansen zonder na te denken over mijn leeftijd. Ik vind nog steeds dat je je haren los moet laten hangen zodra dat mogelijk is. Ik zou zo graag willen dat dat er voor mij nog in zou zitten. Nu ben ik blij als ik weer eens spontaan lach, even helemaal onbezorgd. Er zijn gewoon te weinig situaties die dat met zich meebrengen.
Gister was het eindelijk zover, na weken op de bank, na dagen van braken en donkere gedachtes, kwam de zon (figuurlijk) weer op. Kunst Kaar stond voor de deur, een week te vroeg, maar het feit dat we elkaar verkeerd begrepen hadden kwam prima uit. Ze bood aan voor me te strijken. Haar aanwezigheid was een verademing. Weer contact met de buitenwereld! We hebben heerlijk gelachen over rare situaties in het leven. Even vergat ik de pijn in mijn rug, in mijn schouders en de dagen en weken ervoor.
Sinds oktober vorig jaar zijn er met zekere regelmaat periodes waarin ik ziek ben. Ik ben mijn hele leven nooit echt, echt, ziek geweest dus het is moeilijk om daaraan toe te geven. Ik zie het nog steeds een beetje als een teken van zwakte. Een hard oordeel, maar ben ons thuis was je pas ziek als je hoge koorts had of als je been er half af lag. Een moraal waar veel tijdgenoten mee opgevoed zijn. Ik vind het nu dan ook lastig te accepteren dat ziek zijn bij mijn leven hoort en tot het eind bij me zal horen. Het staat los van het hebben van kanker, het komt er als het ware bovenop.
Het veranderen van huisarts was een gouden greep. Zij begrijpt me, is betrokken en denkt actief na over mijn situatie. Dat ze een goede medicus is blijkt wel uit het feit dat ze hulpvragen voorlegt bij een team van artsen die veel ervaring hebben op het gebied van palliatieve zorg. Ze is als een ware detective op zoek naar de oorzaak van mijn frequente ziek zijn. Ze kijkt naar het effect die alle verschillende medicijnen op elkaar hebben en met name waarom ik steeds zo misselijk ben en niets binnen kan houden. Die periodes zijn de oorzaak van het feit dat ik steeds meer verzwak. Maar bovenal zijn het de zwarte dagen waarop ik niets met de wereld te maken wil hebben en vooral niet zo wil eindigen na het hebben van een mooi bestaan.
Nu ik me weer redelijk (relatief) vitaal voel, heb ik weer zin om mensen te ontmoeten en ga ik mijn agenda weer vullen met leuke afspraken. Vorige week kreeg ik nog visite van lieve An, ze bracht me een knuffelhond die ik naar haar vernoemd heb. Ik was vergeten hoe leuk het is om een knuffel te hebben die gezelschap geeft. Terwijl ik nu aan het schrijven ben houdt de uit ribstof bestaande tekkel me gezelschap. Het is helemaal niet erg om op mijn 'oude' dag wat infantiel gedrag te vertonen. Samen met An kijk ik veel televisie. Ik geniet met name van series die KZA voor me heeft gedownload. Ik moet alleen wel oppassen dat mijn grote inlevingsvermogen er niet voor zorgt dat ik ook echt in de emoties ga leven die tv-drama's met zich meebrengen. Door het kijken naar 'The Tudors' weet ik nu alles over Hendrik de VIII. Ik zoek alles op op mijn Ipad en vergaar dan toch wel weer heel wat kennis, iets waar ik toch altijd wel weer erg blij van word.
Owens leven heeft ondertussen ook een hele andere wending gekregen. Hij had een baangarantie om in het leger te kunnen beginnen na bijna drie jaar opleiding. Helaas blijkt mijn medische situatie een reden te zijn om hem af te wijzen en kan hij in juli niet gaan beginnen aan zijn nieuwe carrière. Ze durven er niet op te vertrouwen dat hij emotioneel stabiel genoeg zal zijn. Het blijken algemene richtlijnen te zijn die Owen al twee jaar geleden gemeld hadden kunnen worden. Dan had hij al eerder een keuze kunnen maken voor een andere studie, nu heeft hij feitelijk de opleiding voor niets gedaan. Wij zijn onaangenaam verrast door de afwijzing en Arrie is bezig om het besluit aan te vechten. Of we kans maken is onduidelijk, het is eigenlijk meer een principekwestie.
Owen kan zich wel vinden in het geheel en is enigszins opgelucht. Nu hoeft hij geen weken van huis en kan hij in mijn buurt zijn als dat nodig is. Door de keren dat hij het moeilijk had tijdens bivak was hij gaan nadenken over zijn loopbaan en gaan twijfelen. Hij ziet zichzelf liever werkzaam als sociaal cultureel werker. Mijn zoon als hulpverlener, net als zijn moeder ooit begonnen ruim dertig jaar geleden. Zit het dan toch in de genen? Ik moet zeggen dat ik liever heb dat Owen een grote bek krijgt van een moeilijk opvoedbare cliënt dan dat hij oog in oog staat met de IS tijdens een missie. Al met al denk ik maar dat dingen op ons pad komen met een reden. Ik heb er wel vrede mee en ben blij dat mijn kind in de buurt is tot het gaatje.
Tot zover de tussenstand.